FARC levert laatste wapens in, conflict officieel beëindigd

Met de teruggave van de laatste wapens is het meer dan 50 jaar durende conflict met de linkse Farc-guerrilla in Colombia officieel als beëindigd verklaard.

Op een feestelijke bijeenkomst in het oosten van het land namen dinsdag vertegenwoordigers van de Verenigde Naties de laatste twee containers met wapens en explosieven in ontvangst.  President Juan Manuel Santos nam ook deel aan de plechtigheid in Fonseca, in het departement La Guajira aan de grens met Venezuela.

Jean Arnault, speciale VN-gezant in Colombia,  meldt dat onder meer 8.000 wapens, 22.000 kilo explosieven en 1,3 miljoen patronen zijn overgedragen. Volgens de VN-gezant laten deze cijfers zien dat de FARC-leden niet alleen hun eigen wapen hebben ingeleverd maar al het materiaal hebben overgedragen. “Dit leidt het land naar een nieuwe fase,” zei hij.

De Verenigde Naties hebben de voorbije maanden in 26 zogenoemde ontwapeningszones wapens, granaten en munitie van zo’n 6.800 Farc-strijders ingezameld. Die waren daar begin dit jaar bijeengekomen om de overgang naar een normaal leven voor te bereiden.

President Santos van Colombia benadrukte bij de overdracht van de laatste wapens dat Colombia een nieuwe toekomst tegemoet gaat. “We kunnen nu delen van het land ontwikkelen die we nooit konden bereiken.” Door het in 1964 begonnen conflict was de Colombiaanse staat in vele regio’s niet aanwezig.

Nu de ontwapening is voltooid, zal de FARC zich omvormen tot een politieke partij. Er zal een waarheidscommissie of vredestribunaal worden opgericht waar de rebellen zich moeten verantwoorden. Er zullen geen gevangenisstraffen worden uitgedeeld maar maatschappelijke straffen, zoals taakstraffen.

De burgeroorlog in Colombia heeft zo’n 60 jaar geduurd. De Farc werd in 1964 opgericht, toen het geweld al was losgebarsten. Het conflict vindt zijn oorsprong in de ongelijke verdeling van de rijkdom, waarbij landloze boeren tegenover steenrijke grootgrondbezitters kwamen te staan. In de loop der jaren kwamen verschillende rebellenbewegingen tegenover het leger en allerhande doodseskaders te staan.

Ook de drugshandel speelde een rol, want die vormde vaak een bron van inkomsten, zowel voor de guerrilla als voor de rechtse paramilitaire groepen. De strijd eiste naar schatting 220.000 mensenlevens. Zo’n 6 miljoen burgers moesten op de vlucht voor het geweld.

Het duurde tot 2012 tot beide partijen rond de gesprekstafel gingen zitten. Een eerste vredesakkoord werd door het Colombiaanse volk weggestemd, waarna de onderhandelende partijen in november vorig jaar een aangepaste versie overeenkwamen. President Santos kreeg hiervoor trouwens de Nobelprijs voor de Vrede.