Hoe een guerrillabeweging Colombia 50 jaar mee zoog in een spiraal van geweld

Colombia is al meer dan een halve eeuw in de greep van een ingewikkeld conflict met verschillende strijdende partijen. Met de doorbraak in de onderhandelingen tussen de overheid en de FARC lijkt er nu voor het eerst zicht op vrede. Maar toch liggen er nog enkele obstakels op de weg. Vijf vragen over het wespennest Colombia.

1. Hoe ontstond het conflict?
In 1964 namen de FARC (Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia – Gewapende Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia) de wapens op tegen de overheid. Oorspronkelijk met politieke motieven: de FARC, een boerenbeweging, streed onder meer voor een eerlijke verdeling van het vruchtbare land en wilde een marxistisch-leninistisch bewind invoeren.

Vanaf de jaren 80 vervelde de ideologische guerrillabeweging echter meer en meer tot een groep misdadigers. Ze lieten zich steeds meer in met drugs- en wapenhandel en ontvoeringen om hun strijd te financieren. Bekende Colombianen zoals voetballers of hun familieleden verdwenen soms maanden-, of jarenlang in de jungle. Het bekendste voorbeeld is wellicht de voormalige presidentskandidate Ingrid Betancourt, die zes jaar lang gegijzeld werd.

In de beginjaren bestonden de FARC uit enkele duizenden rebellen, op hun hoogtepunt midden jaren 2000 waren dat er meer dan 20.000. Ze bezaten toen ongeveer 10 tot 15 procent van het Colombiaanse grondgebied. Momenteel zouden nog zo’n 8.000 rebellen bij de strijd betrokken zijn.

De ontvoeringen zijn de laatste jaren zo goed als afgenomen, maar de drugshandel hebben de FARC intussen volledig overgenomen van de beruchte kartels uit de jaren 80 en 90.

2. Zijn er nog meer strijdende partijen?
Het conflict in Colombia kan gerust een echt wespennest genoemd worden. Naast de guerrilla en het leger hebben ook verschillende paramilitaire milities zich in het conflict gemengd, de beruchte AUC’s (Autodefensas Unidas de Colombia – Colombiaanse Zelfverdedigingseenheden). Zij vochten net als het leger tegen de rebellen en knapten daarbij vaak “het vuile werk” op.

In 2006 werden ze ontmanteld, wat tot veel kritiek leidde bij de publieke opinie, omdat dat gepaard ging met amnestie. De paramilitaire milities hadden nauwe banden met de Colombiaanse overheid en regering. Verschillende hooggeplaatste politici werden aan de AUC’s gelinkt. Net als de FARC begingen ook deze milities onvergeeflijke oorlogsmisdaden.

In het spoor van de FARC zagen ook nog enkele andere guerrillabewegingen het licht, zoals de M-19 en het ELN (zie onderaan). De M-19 geldt trouwens als voorbeeld voor de FARC, in die zin dat de groep eerder al de wapens neerlegde. Een van de rebellenleiders schopte het zelfs tot burgemeester van Bogotá.

3. Wat zijn de gevolgen voor de bevolking?
Het conflict tussen de FARC-rebellen en de Colombiaanse overheid heeft Colombia in een spiraal van geweld gezogen. De strijd bleef niet beperkt tot leger, paramilitairen en guerrilla. Ook de plaatselijke bevolking werd erin betrokken en bedreigd door de verschillende kampen. Arme boeren kwamen in de greep van de FARC door de lucratieve cocateelt. Families die de rebellen steunden, kregen bezoek van paramilitaire milities. Bekende en/of rijke Colombianen werden door de guerrillero’s ontvoerd.

Het conflict, zeg maar de oorlog, in Colombia is het langstlopende interne conflict op het Amerikaanse continent. In meer dan een halve eeuw heeft het aan meer dan 220.000 mensen het leven gekost. In totaal werden meer dan 7 miljoen mensen op een of andere manier slachtoffer van het conflict. Meer dan 5 miljoen mensen sloegen binnen de grenzen van Colombia op de vlucht.

4. Hoe kwam het vredesproces tot stand?
De vredesonderhandelingen begonnen officieel eind november 2012. Daarvoor waren er lange tijd geheime gesprekken tussen overheid en rebellen die een officieel vredesproces moesten voorbereiden.

Dat er pas na vijftig jaar bloedige strijd onderhandeld wordt, heeft verschillende oorzaken. Enerzijds is -of was- er een groot gebrek aan vertrouwen tussen beide partijen, mede doordat verschillende pogingen tot wapenstilstand flagrant geschonden werden. De FARC hebben ook altijd gezegd dat ze de gewapende strijd niet zomaar wilden opgeven, alleen maar om achter de tralies te belanden.

Anderzijds kozen verschillende opeenvolgende presidenten, met Santos’ voorganger Alvaro Uribe als bekendste voorbeeld, voor de harde militaire aanpak tegen de FARC. De huidige president Juan Manuel Santos veranderde het geweer van schouder en koos voor een dubbele strategie: militaire strijd én tegelijkertijd vredesonderhandelingen.

De vredesgesprekken werden onderverdeeld in zes thema’s: landhervorming, de overgang van de FARC naar een politieke partij, vergoeding van de slachtoffers, drugshandel, berechting van de betrokken partijen en de ontwapening van de rebellen. Over drie thema’s waren de voorbije jaren al deelakkoorden gesloten, maar begin dit jaar raakten de gesprekken wat in het slop door toenemend wederzijds geweld op het terrein zelf.

De Colombiaanse bevolking zelf reageerde steeds meer met scepsis. Eerst zien, dan geloven. Dat er nu toch een doorbraak is over het belangrijkste onderdeel van de gesprekken, mag dan ook niet onderschat worden. Voor het eerst in vijftig jaar is er zicht op vrede in Colombia.

5. Liggen er dan geen obstakels meer op de weg?
Toch wel. Vrede komt een stap dichterbij, maar de ondertekening van het deelakkoord over de berechting van de betrokken partijen betekent nog niet dat het vredesproces geslaagd is. Zo moeten er nog een aantal punten behandeld worden, zoals de demobilisatie en ontwapening van de rebellen en de eigenlijke implementatie van het akkoord. De onderhandelaars geven zichzelf nog zes maanden de tijd om een definitief akkoord te sluiten. Uiterlijk op 23 maart 2016 moet dat rond zijn.

Daarnaast komt er ook nog een referendum, waarin de bevolking zich over het akkoord mag uitspreken. Al wordt verwacht dat die het akkoord zal goedkeuren, moe als ze is van het decennialange geweld. De Colombiaan in de straat snakt als geen ander naar vrede. Toch zijn er ook Colombianen die tegen de vredesgesprekken zijn of het nu gesloten akkoord maar niks vinden. Slachtoffers van de guerrilla bijvoorbeeld, die vinden dat de rebellen simpelweg berecht moeten worden, zonder enige vorm van amnestie of welke tegemoetkoming dan ook. Ook in het Colombiaanse congres zal nog een bittere strijd gevoerd worden. De conservatieve partij van ex-president Uribe heeft zich altijd verzet tegen de vredesonderhandelingen. Uribe noemde het akkoord van vannacht al “een geschenk aan de FARC”.

En dan is er nog een niet onbelangrijk detail: de FARC is niet de enige guerrillagroep in het land. Ook het ELN (Ejército de Liberación Nacional – Nationale Bevrijdingsleger) strijdt al sinds de jaren 60 tegen de Colombiaanse overheid. Hoewel het ELN veel kleiner is dan de FARC, met naar schatting 1.500 tot 3.000 rebellen, is er tussen hen en de overheid nog geen sprake van vredesonderhandelingen. Al waren er in het verleden wel schuchtere pogingen. Het wordt afwachten wat de reactie en strategie van het ELN zal zijn, als de regering en de FARC in maart volgend jaar effectief hun krabbel onder een akkoord zetten. (bron: deredactie.be)