Vaker landmijnen ingezet om cocavelden te beschermen

De Colombiaanse regering veroordeelt het plaatsen van landmijnen ter bescherming van cocateelt. Gewapende groeperingen die landmijnen aanleggen, schaden het vredesproces en de wederopbouw van Colombia, zegt de Hoge Commissaris voor de Vrede.

Het Nationale Bevrijdingsleger (ELN) en de Clan del Golfo intensiveren het aanleggen van landmijnen op Colombiaanse grondgebied. De Hoge Commissaris voor de Vrede, Miguel Ceballos, heeft deze week bij de Algemene Vergadering van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) een aanklacht ingediend.

ELN, de laatste overgebleven linkse guerrillabeweging van Colombia, en Clan del Golfo, een rechtse paramilitaire drugsorganisatie, ook bekend als de Urabeños of Autodefensas Gaitanistas de Colombia, zijn de belangrijkste criminele organisaties in het land. Beiden zijn belangrijke actoren in de illegale drugshandel.

Volgens Ceballos, die vorige week op een OAS-persconferentie in Medellín sprak, hebben beide groepen het gebruik van landmijnen strategisch geïntensiveerd. Dit keer niet als wapen in het conflict, maar ter bescherming van plantages van illegale cocateelt, de grondstof voor de productie van cocaïne.

De Colombiaanse regering is met name bezorgd over de heropleving van deze praktijk in de noordelijke Chocó-regio, aldus Ceballos, aangezien de landmijnen leiden tot een isolement van zowel inheemse als Afro-Colombiaanse gemeenschappen.

“Het plaatsen van landmijnen stagneert opnieuw de adequate uitvoering van het vredesakkoord, omdat het de bevolking verhindert terug te keren naar hun grondgebied,” vertelde hij aan journalisten.

In een rapport van de Verenigde Naties (VN) van september 2018 over de oorlog tegen drugs wordt vastgesteld dat de productie van illegale drugs in Colombia tussen 2013 en 2017 verviervoudigd is. Daarnaast is er ook een toename van 31 procent in de cocateelt. Vandaag de dag is Colombia de bron van 70 procent van de cocaïne in de wereld.

Het plaatsen van landmijnen brengt niet alleen de bevolking op het platteland in gevaar, maar ook de mensen die belast zijn met het uitroeien van de cocateelt. Sinds 1990 zijn er in totaal 448 uitroeiers van het illegale gewas gewond geraakt door landmijnen en volgens Ceballos zijn er 46 mensen omgekomen als gevolg daarvan. Gewasverdelgers kunnen zowel burgers als leden van de strijdkrachten zijn. Dit jaar nog zijn er drie mensen omgekomen, waaronder een burger en twee leden van de strijdkrachten.

Colombia is geen onbekende als het gaat om dodelijke slachtoffers van landmijnen. Volgens de International Campaign to Ban Landmines (ICBL) heeft het na Afghanistan het op één na grootste aantal slachtoffers van landmijnen ter wereld.

Sinds 1990 zijn in Colombia 11.573 mensen het slachtoffer geworden van landmijnen aldus Ceballos. Van dit aantal zijn er in totaal 2295 gestorven, wat neerkomt op een gemiddelde van één dodelijke landmijn per week in de afgelopen 29 jaar.

Bron :
Foto:hsbnoticias