De Colombiaanse autoriteiten onderzoeken opnieuw de rol van de guerrillagroep Segunda Marquetalia in de moord op senator Miguel Uribe Turbay, na de arrestatie van Siemeón “El Viejo” Pérez Marroquín. De 49-jarige man zou de verbinding hebben gevormd tussen het team dat de aanval uitvoerde in Bogotá en opdrachtgevers in het departement Caquetá.

Procureur-generaal Luz Adriana Camargo (foto) noemde de arrestatie van Pérez Marroquín “een belangrijke stap” in het onderzoek. Volgens haar reisde een andere verdachte, Katerine Andrea Martínez (“Gabriela”), herhaaldelijk naar de stad Florencia om daar wapens te leveren aan de minderjarige schutter die Uribe Turbay doodschoot.

De verdachte werd maandag gearresteerd in een landelijk gebied van Puerto Lleras, in Meta, zo’n 250 kilometer ten oosten van de hoofdstad. Hij wordt aangeklaagd voor gekwalificeerde moord, samenzwering, het gebruik van minderjarigen voor criminele doeleinden en illegaal wapenbezit.

De Segunda Marquetalia is een dissidente FARC-groep die ontstond nadat delen van het voormalige leiderschap in 2019 terugkeerden naar de wapens. Ondanks pogingen van president Gustavo Petro om via het “Paz Total”-programma vrede te sluiten, liggen gesprekken met de groep al maanden stil.

Volgens politiechef William Rincón was Pérez Marroquín de cruciale schakel binnen de criminele structuur achter de moord. Minister van Defensie Pedro Sánchez sprak van “de belangrijkste arrestatie tot nu toe”.

De moord op Uribe Turbay, bijna vijf maanden geleden, heeft de politieke spanningen in Colombia verder aangewakkerd. Geweld door dissidente groepen blijft de veiligheidssituatie ondermijnen en bemoeilijkt de uitvoering van het vredesproces dat sinds 2016 met de FARC werd gestart.

De achtste editie van de Wereldwaardenenquête (World Values Survey) in Colombia laat opvallende tegenstellingen zien: 91 procent van de Colombianen zegt gelukkig te zijn, terwijl slechts 4 procent anderen vertrouwt. Het onderzoek, sinds 1995 uitgevoerd in het land, biedt een diepgaande blik op veranderende waarden en overtuigingen.

Familie en werk blijven de hoekstenen van het Colombiaanse leven, met respectievelijk 99 en 97 procent die ze als zeer belangrijk noemt. Tegelijkertijd wint religie aan invloed en zegt 98 procent dat het bezit van een eigen woning essentieel is. Toch overheerst wantrouwen, zowel tussen burgers als tegenover instellingen. De overheid krijgt slechts 18 procent vertrouwen, universiteiten worden beschouwd als de meest betrouwbare instellingen.

De perceptie van geluk is gestegen sinds 2018, en driekwart van de Colombianen ervaart een hoge mate van vrijheid om over hun leven te beslissen. Democratie blijft voor 74 procent een kernwaarde, al neemt dat belang langzaam af. Op het vlak van gendergelijkheid blijven traditionele overtuigingen bestaan, maar jongeren tonen zich progressiever: bijna alle ondervraagden tussen 18 en 25 jaar steunen het recht op huwelijk naar eigen keuze en toegang tot anticonceptie.

Milieu en technologie staan steeds hoger op de agenda. Driekwart voelt persoonlijke verantwoordelijkheid om klimaatverandering tegen te gaan. Over kunstmatige intelligentie lopen de meningen uiteen: 48 procent beschouwt haar als negatief voor de mensheid, 47 procent als positief.

Volgens David Escobar Arango, directeur van Comfama, weerspiegelt de enquête de overgang van Colombia naar modernere, meer seculiere waarden. Hij stelt dat de resultaten niet in rapporten mogen blijven, maar moeten dienen als basis voor beleid en dialoog die het vertrouwen en welzijn van de samenleving versterken. Comfama neemt sinds de zevende meting actief deel aan het onderzoek in Colombia en ondersteunt zo het inzicht in en de verspreiding van de maatschappelijke waarden en attitudes van Colombianen.

President Gustavo Petro van Colombia is dinsdag begonnen aan een diplomatieke rondreis door het Midden-Oosten, met op het programma bezoeken aan Saoedi-Arabië, Egypte en Qatar. Tot en met 4 november voert Petro tal van gesprekken met staatshoofden, investeringsfora en zakelijke delegaties. Zijn missie: het versterken van Colombia’s economische banden met een regio die internationaal steeds belangrijker wordt als investeringshub en politiek machtscentrum.

Petro start zijn reis in Saoedi-Arabië, waar hij overleg voert met topfunctionarissen over de mogelijkheden voor investeringen in schone energie, infrastructuur en toerisme. Tijdens het Future Investment Initiative in Riyad presenteert Colombia zich als aantrekkelijke partner voor de energietransitie, met projecten in groene waterstof, duurzame mijnbouw en elektrisch vervoer. Het bezoek onderstreept Colombia’s ambitie om strategische partnerschappen te sluiten die concrete investeringen en technologische innovatie opleveren.

De tweede stop is Egypte, waar de focus ligt op milieu, duurzame ontwikkeling en onderwijs. Petro praat met president Abdel Fattah el-Sisi en ontmoet vertegenwoordigers van internationale organisaties en het lokale bedrijfsleven. Sinds COP27 werkt Colombia nauw samen met Egypte aan klimaataanpakken binnen het globale zuiden. Nieuwe akkoorden op het gebied van duurzaamheid en cultuur moeten de historische banden tussen beide landen verder versterken.

Colombia sluit de tour af in Qatar, een land dat de afgelopen decennia zijn invloed heeft vergroot door investeringen, technologie en rol als bemiddelaar. Voor Colombia biedt Qatar kansen in hightech en luchtvaart. Ook worden in Doha vredesonderhandelingen gevoerd met de Clan del Golfo, de grootste criminele organisatie van Colombia. De uitkomsten van het overleg zijn nog onzeker, maar diplomatieke samenwerking met Qatar kan cruciaal blijken in de huidige geopolitieke context.

Na terugkeer leidt Petro op 9 en 10 november de CELAC-EU-top in Santa Marta, waar leiders uit Latijns-Amerika, het Caribisch gebied en Europa samenkomen.

De Colombiaanse autoriteiten hebben in het departement Meta een nieuwe verdachte aangehouden in het onderzoek naar de moord op senator en presidentskandidaat Miguel Uribe Turbay. Het gaat om Simeón Pérez Marroquín, beter bekend als “El Viejo”, die volgens justitie fungeerde als tussenpersoon tussen de opdrachtgevers en de groep die de aanslag op 7 juli in Bogotá uitvoerde.

Een speciaal team van de nationale politie arresteerde Pérez Marroquín in de landelijke gemeenschap Brisas del Guejar, in Puerto Lleras. De operatie vond plaats op verzoek van het Openbaar Ministerie, dat eerder een arrestatiebevel had verkregen van een rechtbank. Volgens een verklaring van de autoriteiten is de verdachte een sleutelfiguur in het opsporen van de intellectuele verantwoordelijken achter het misdrijf.

Binnenkort zal hij worden aangeklaagd voor vier ernstige misdrijven: verzwarende moord, criminele samenzwering, gebruik van minderjarigen voor criminele activiteiten en illegaal wapenbezit. Zijn arrestatie volgt op eerdere vervolgingen in de zaak, waaronder die van Jhorman David Mora Silva, alias “El Caleño”. Deze laatste, momenteel gedetineerd voor diefstal, zou vanuit de gevangenis via een videogesprek een 15-jarige jongen hebben aangestuurd om de aanval uit te voeren.

Volgens het onderzoek stond Mora Silva bovendien in contact met Elder José Arteaga Hernández, alias “Chipi” of “El Costeño”, om de logistiek van de aanslag te coördineren. Justitie vermoedt dat deze communicatie vanuit de gevangenis werd geregeld, in samenwerking met een criminele groep die zich bezighoudt met drugshandel en huurmoorden in Bogotá.

De arrestatie van “El Viejo” vormt een nieuwe stap in de pogingen van justitie om zowel de opdrachtgevers als de volledige structuur achter de moord op Uribe Turbay te ontmantelen.

De senator Iván Cepeda is verkozen tot presidentskandidaat van de linkse coalitie Pacto Histórico voor de verkiezingen van 2026. Met ruim 60 procent van de stemmen won hij de interne voorverkiezing van voormalig minister van Volksgezondheid Carolina Corcho. De ex-burgemeester van Medellín, Daniel Quintero, had zich kort voor de stemming teruggetrokken.

De interne verkiezing bepaalde niet alleen wie de presidentskandidaat wordt, maar ook de officiële kandidaten voor de gesloten lijsten van het Congres, die worden ingediend voor de wetgevende verkiezingen van 8 maart 2026. Cepeda kreeg in deze stemming brede steun binnen de coalitie. Prominente figuren als Gustavo Bolívar, María José Pizarro, Susana Muhamad en Gloria Inés Ramírez schaarden zich achter hem, waardoor hij als favoriet aan de start verscheen.

Na het stemmen meldde Cepeda dat zijn team verschillende onregelmatigheden had vastgesteld, waaronder de verplaatsing van ongeveer 4000 stembureaus op het platteland naar stedelijke gebieden. Volgens hem bemoeilijkt dat de deelname van rurale, inheemse en Afro-Colombiaanse kiezers. Ook werden er problemen gemeld met stemlocaties die naar verluidt niet bestonden in steden als Medellín, Cartagena en Barranquilla.

In zijn overwinningsspeech bedankte Cepeda ruim twee miljoen kiezers “die ondanks de moeilijkheden” hun stem uitbrachten. Hij riep de Nationale Kiesraad op om de rechtspersoonlijkheid van het Pacto Histórico officieel te erkennen, dat hij omschreef als “de meest invloedrijke beweging van het land”. De senator benadrukte dat zijn campagne sober was en dat hij volledige openheid zal geven over de financiering ervan.

Cepeda, die al meer dan vijftien jaar in het Congres zit, bouwde zijn loopbaan op rond mensenrechten, vredesinitiatieven en de verdediging van slachtoffers van het gewapende conflict. Als zoon van de vermoorde politicus Manuel Cepeda Vargas geldt hij als een van de meest ervaren stemmen binnen de Colombiaanse linkerzijde. In zijn eerste toespraak als kandidaat kondigde hij aan te willen voortbouwen op het beleid van president Gustavo Petro en riep hij de linkse krachten op om samen “de presidentsverkiezingen van 2026 in de eerste ronde te winnen”.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio heeft zaterdag bevestigd dat de Verenigde Staten geen handelstarieven zullen opleggen aan Colombia. Daarmee komt er duidelijkheid na weken van speculatie over mogelijke economische sancties. Tegelijkertijd kondigde Rubio aan dat de persoonlijke sancties tegen president Gustavo Petro, zijn familie en zijn naaste medewerkers van kracht blijven.

Volgens Rubio is het probleem van Washington “niet met Colombia, maar met zijn huidige president”. Hij beschuldigde Petro ervan onvoldoende samen te werken in de strijd tegen drugshandel. De regering van president Donald Trump koos daarom voor gerichte sancties in plaats van maatschappelijke of economische maatregelen die de Colombiaanse bevolking zouden treffen.

Een dag eerder had het Amerikaanse ministerie van Financiën Petro, zijn vrouw Verónica Alcocer, zijn zoon Nicolás en minister van Binnenlandse Zaken Armando Benedetti toegevoegd aan de OFAC-lijst, beter bekend als de ‘Clinton-lijst’. Die beslissing bevriest hun tegoeden onder Amerikaanse jurisdictie en verbiedt Amerikanen zaken met hen te doen.

De sancties volgen op eerdere Amerikaanse stappen, waaronder de intrekking van Petro’s visum en het schrappen van Colombia van de lijst van landen die samenwerken in de strijd tegen drugs. President Trump noemde Petro eerder al een “narcoticaleider” en schortte financiële hulp aan het land op.

Rubio beklemtoonde dat Washington de Colombiaanse bevolking en instellingen blijft steunen en sprak van een “berekende strategie” die druk zet op Petro zonder economische schade aan te richten. Het besluit valt samen met een toename van Amerikaanse militaire operaties in de regio, gericht op het bestrijden van drugstransporten in de Caribische Zee en de Stille Oceaan.

De Verenigde Staten hebben zware sancties ingesteld tegen president Gustavo Petro, zijn vrouw Verónica Alcocer, zijn zoon Nicolás Petro en minister Armando Benedetti. Washington beschuldigt Petro ervan drugskartels te tolereren en de productie van cocaïne niet te stoppen. Volgens minister van Financiën Scott Bessent is Colombia’s leiderschap “direct verantwoordelijk voor de huidige recordhoeveelheid cocaïne die de VS overspoelt”.​

De betrokkenen zijn toegevoegd aan de zogeheten Clinton-lijst (SDN-lijst), een sanctieregister dat is aangelegd voor personen die betrokken zijn bij internationale drugshandel. Dit betekent dat hun vermogen in de VS is bevroren, zij geen zaken meer mogen doen met Amerikaanse bedrijven of burgers, en dat internationale banken extra risico lopen op sancties wanneer zij zaken met hen doen. Dit is de eerste keer dat een zittend Colombiaans staatshoofd op deze lijst komt te staan.​

Petro zelf noemt het besluit “een paradox, niet één stap terug en nooit op de knieën.” Hij benadrukt dat Colombia al jaren meevecht tegen drugshandel en dreigt zich juridisch te verdedigen in de VS. Naar eigen zeggen zet zijn regering in op alternatieven voor cocaboeren en bestrijding van witwassen, hoewel internationale rapporten wijzen op recordniveaus van coca-teelt.​

De diplomatieke rellen volgen op een periode van oplopende spanningen tussen Washington en Bogotá, onder meer over militaire aanvallen van de VS op vermeende smokkelboten in de internationale wateren rond Colombia. Het Pentagon heeft dit beleid fors verscherpt, onder andere door de inzet van het vliegdekschip USS Gerald R. Ford in het Caribisch gebied.​

Internationaal recht zet echter duidelijke grenzen aan militair optreden op zee. Volgens het VN-Zeerechtverdrag (UNCLOS) is het tot zinken brengen van vaartuigen in internationale wateren alleen toegestaan bij uitzonderingen zoals piraterij of met een VN-mandaat.

Door op deze manier zowel Petro’s regering als zijn directe kring te sanctioneren, zet Washington de relaties met Colombia op scherp en wordt de positie van de Zuid-Amerikaanse bondgenoot in internationaal opzicht aanzienlijk geraakt.

De Wereldhandelsorganisatie (WTO) heeft de Europese Unie opnieuw in het gelijk gesteld in haar langlopende geschil met Colombia over antidumpingheffingen op diepvriesfriet uit België, Duitsland en Nederland. Een speciaal panel van de WTO concludeerde dat Colombia eerdere aanbevelingen niet volledig heeft uitgevoerd, wat Brussel de mogelijkheid kan geven om tegenmaatregelen te treffen.

Het handelsconflict begon in 2017, toen Colombia een onderzoek opende naar de import van Europese friet. In november 2018 stelde het land antidumpingrechten in van 3% tot 8%, met als argument dat Europese producenten hun goederen onder de kostprijs verkochten. Volgens de Europese Commissie waren die tarieven echter ongerechtvaardigd en nadelig voor de Europese voedingsindustrie.

In december 2022 kreeg de EU al een eerste uitspraak in haar voordeel. De WTO stelde toen dat de berekening van de Colombiaanse invoerrechten strijdig was met internationale handelsregels. Omdat Colombia volgens de EU die uitspraak niet volledig naleefde, vroeg Brussel om een nieuwe beoordeling. Het rapport van donderdag bevestigt nu dat Colombia inderdaad in gebreke is gebleven.

Het panel riep Bogotá op om zijn maatregelen in overeenstemming te brengen met zijn verplichtingen onder de antidumpingregels van de WTO. De zaak werd behandeld onder het tijdelijke arbitragesysteem dat sinds 2020 wordt gebruikt, nadat het vaste beroepsorgaan van de organisatie buiten werking raakte door Amerikaanse tegenwerking. Het diepvriesfrietgeschil geldt als het eerste conflict dat via dit systeem werd afgehandeld.

De diplomatieke crisis tussen Washington en Bogotá is verder geëscaleerd nadat president Donald Trump en zijn Colombiaanse ambtgenoot Gustavo Petro elkaar openlijk hebben beledigd en bedreigd. De botsing volgde op twee nieuwe Amerikaanse aanvallen op vermoedelijke narcoschepen in de Stille Oceaan, waarbij vijf mensen omkwamen.

Trump, die Petro een “schurk” noemde en hem beschuldigde van betrokkenheid bij de drugshandel, kondigde aan dat de militaire steun aan Colombia is bevroren. Petro reageerde dat hij zich “met Amerikaanse advocaten” zal verdedigen. Volgens de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio is de Colombiaanse leider een “maniak” die de regio destabiliseert.

De Amerikaanse minister van Oorlog, Pete Hegseth, bevestigde dat de aanvallen plaatsvonden in internationale wateren en publiceerde beelden van brandende vaartuigen. Washington heeft sinds begin september negen aanvallen uitgevoerd tegen vermeende “narcoterroristische” doelen, tot nu toe goed voor 37 doden. De herkomst van de getroffen schepen is onduidelijk, maar volgens familieleden kwamen sommige uit Colombia en Trinidad en Tobago.

Vanuit het Witte Huis verklaarde Trump dat de VS zich nu zullen richten op drugshandel via landroutes. Volgens hem is het maritieme smokkelverkeer “aan het opdrogen” en zullen “nieuwe maatregelen” volgen. Hij sprak over het “redden van tienduizenden Amerikaanse levens” door het vernietigen van de boten.

In een brief aan het Congres stelde Trump dat de operaties gerechtvaardigd zijn omdat de kartels “terroristische organisaties” zouden zijn. Regeringen en juristen in Latijns-Amerika, waaronder die in Venezuela en Colombia, beschuldigen hem echter van schending van het internationaal recht. President Petro ging nog verder en noemde de Amerikaanse acties “oorlogsmisdaden”.

De spanningen verplaatsen zich nu ook naar Venezuela, waar president Nicolás Maduro zijn leger heeft gemobiliseerd. Washington beweert dat de meeste aangevallen schepen vanuit Venezolaanse wateren vertrokken. Het regime in Caracas dagen de VS uit met de woorden dat Trump “maar moet durven toeslaan”.