De export buiten de energiesector van Colombia naar de Verenigde Staten is tussen april en augustus 2025 met 16% gestegen tot 3,5 miljard dollar. Dat meldt de Amerikaans-Colombiaanse Kamer van Koophandel (AmCham), die spreekt van een opmerkelijke veerkracht ondanks de Amerikaanse importheffing van 10% die sinds april geldt.

De groei werd vooral gedragen door landbouwproducten. De uitvoer van groene koffie nam met 54% toe tot 803,9 miljoen dollar, terwijl die van koffie-extracten zelfs verdubbelde. Ook bananen (+64%), avocado’s (+82%) en bloemen kenden een sterke stijging. AmCham wijst op de kwaliteit en geografische nabijheid van Colombia als belangrijke concurrentievoordelen.

Toch daalden de totale exporten van Colombia naar de VS met 1,5% tot 6,29 miljard dollar. De mijnbouw- en energiesectoren, die niet onder het nieuwe tarief vallen, zagen hun verkopen met 17% teruglopen. Volgens AmCham ligt dat aan binnenlands beleid dat productie en export afremt.

De nieuwe heffing, die Washington begin april invoerde, vergroot volgens AmCham de druk om structurele aanpassingen in de exportstrategie door te voeren. De organisatie roept de Colombiaanse overheid op om snel te onderhandelen onder het Amerikaanse PTAAP-programma, dat tariefverlagingen tot nul procent mogelijk maakt voor specifieke productcategorieën.

Zonder vervolgstappen kan Colombia marktaandeel verliezen aan landen als Chili, El Salvador en Ecuador, die al onderhandelen over handelsvoordelen. AmCham benadrukt dat bedrijven moeten inzetten op handelsfacilitatie, gezamenlijke prijsstrategieën en uitbreiding naar nieuwe staten en onlinekanalen.

Volgens directeur María Claudia Lacouture blijft de Amerikaanse markt essentieel voor Colombia. “De VS stelt hoge eisen, maar dat dwingt onze exporteurs om beter te worden. Nu is het moment om deze groei te consolideren in een lange termijnstrategie,” aldus Lacouture.

Een militaire operatie in het Colombiaanse departement Guaviare heeft geleid tot de dood van negentien vermoedelijke leden van de FARC-dissidenten, bevestigen legerbronnen. De actie werd bevolen door president Gustavo Petro en uitgevoerd door de strijdkrachten in het landelijke gebied van Calamar.

Het bombardement was gericht op een kamp dat deel zou uitmaken van de beveiligingsring van ‘Iván Mordisco’, een van de meest gezochte guerrillaleiders van het land. Tijdens het offensief werd een vermoedelijke dissident gevangengenomen en werden meer dan twintig geweren, uniformen en militaire uitrusting in beslag genomen.

De autoriteiten hebben nog geen informatie vrijgegeven over de identiteit van de doden of van de gearresteerde persoon. Volgens militaire informatie zetten de troepen hun controle in de regio voort, waar nog schermutselingen plaatsvinden.

De operatie vindt plaats in een context van toenemende spanningen binnen het vredesproces van Petro. De zogenaamde “totale vrede” verkeert in crisis nadat herhaalde schendingen van het staakt-het-vuren en aanvallen op burgers de situatie hebben doen escaleren.

Guaviare is de afgelopen maanden een centrum van geweld geworden tussen de dissidentiestructuren van Mordisco en rivalen. De Ombudsman meldt dat meer dan 10.000 bewoners in het gebied zijn ingesloten door de gevechten en dringt aan op een sterkere aanwezigheid van staatsinstellingen.

De Colombiaanse aanklager heeft zes strafbare feiten ten laste gelegd aan Nicolás Petro Burgos, zoon van president Gustavo Petro. De voormalige afgevaardigde van het departement Atlántico wordt verdacht van betrokkenheid bij corruptie tijdens zijn ambtsperiode tussen 2021 en 2022.

Tijdens een zitting op maandag verklaarde aanklager Lucy Laborde dat Nicolás Petro Burgos wordt onderzocht voor belangenverstrengeling bij contracten, verduistering, beïnvloeding, valsheid in geschrifte en meineed. Volgens haar maakte hij zich ongeveer 111 miljoen pesos (ongeveer 29.500 dollar) eigen via zijn rol bij twee contracten tussen de regering van Atlántico en de stichting Fundación Conciencia Social (Fucoso). Hoewel hij geen directe zeggenschap had over de publieke middelen, droeg hij volgens de aanklager bij aan de onrechtmatige bestemming van deze gelden.

Het onderzoek vormt de tweede juridische zaak tegen de presidentiële zoon. Sinds juli 2023 loopt er al een strafzaak waarin Nicolás Petro Burgos wordt beschuldigd van witwassen. Daarin zou hij geld hebben ontvangen van Samuel Santander Lopesierra, alias “El Hombre Marlboro”, een in de Verenigde Staten veroordeelde drugshandelaar, en van zakenman Gabriel Hilsaca Acosta. De aanklager vermoedt dat in totaal tot 500 miljoen pesos werd verborgen, deels via politicus Máximo Noriega, die als tussenpersoon zou hebben gefungeerd tussen financiers met criminele achtergrond en Nicolás Petro Burgos.

Een deel van de gelden zou uiteindelijk in de presidentscampagne van Gustavo Petro zijn beland, al ontkent Nicolás Petro dat zijn vader hiervan wist. De president zelf heeft zich tot dusver onthouden van commentaar.

Vijf militairen zijn zondag ontvoerd in het departement Arauca, in het oosten van Colombia. De ontvoering vond plaats in de landelijke zone van Santo Domingo, gemeente Tame, waar de soldaten in een bus reisden van het openbaar vervoer. Zij werden onderweg onderschept door gewapende mannen die hen dwongen het voertuig te verlaten.

De Defensoría del Pueblo (ombudsman) eiste hun onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating en waarschuwde dat het incident juridisch kan worden geclassificeerd als gijzeling. De instelling stelde zich beschikbaar om humanitaire bemiddeling te bieden.

Volgens officiële cijfers bevinden zich nu negen militairen en agenten in gevangenschap in Arauca. Eerder waren al leden van het CTI (gerechtelijk onderzoek) en de Dijin (nationale recherche) ontvoerd. De vertegenwoordiger in het parlement Carolina Arbeláez veroordeelde het voorval en noemde het “een flagrante schending van het internationaal humanitair recht”. Zij wees de guerrillabeweging ELN aan als verantwoordelijke partij.

Op dezelfde dag werden in het dorp Altamira, gemeente Betulia (Antioquia), twee politieagenten gedood tijdens een patrouille. De aanvallers gebruikten automatische wapens en namen de dienstwapens van de slachtoffers mee. In deze regio zijn dissidenten van de FARC en leden van de Clan del Golfo actief.

De gouverneur van Antioquia kondigde een beloning aan van 500 miljoen peso voor informatie die leidt tot de opsporing van de daders. Hij betuigde zijn medeleven aan de families van de slachtoffers en bekritiseerde de nationale regering voor het weigeren van militaire bijstand, ondanks bekende veiligheidsrisico’s in het gebied.

De vierde top tussen de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caraïbische Staten (CELAC) en de Europese Unie is zondag begonnen in Santa Marta. Het tweedaagse forum, dat tot maandag duurt, wil de politieke en economische samenwerking tussen beide regio’s versterken.

President Gustavo Petro, voorzitter van CELAC, leidt de top samen met António Costa, de voorzitter van de Europese Raad. De bijeenkomst richt zich op de zogeheten “drievoudige transitie”: energievernieuwing, digitalisering en milieubescherming. Petro benadrukte het belang van multilateralisme, maar waarschuwde dat “buitenlandse krachten” proberen de top te destabiliseren, verwijzend naar recente Amerikaanse militaire operaties in de Caraïben en de Stille Oceaan.

Volgens Colombia kwamen bij die acties ongeveer 70 mensen om het leven. De spanningen hebben geleid tot afzeggingen van enkele Europese regeringsleiders, al zijn Spanje’s premier Pedro Sánchez, de Braziliaanse president Lula da Silva en de premiers van Portugal, Finland, Nederland en Kroatië wel aanwezig.

De Ontwikkelingsbank van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (CAF) kondigde aan 40 miljard dollar te investeren in biodiversiteitsbehoud en klimaatprojecten in de regio. De investering, verspreid over vijf jaar, richt zich op groene groei, waterveiligheid en bescherming van ecosystemen zoals het Amazonegebied en de mangroves.

Europa ziet Latijns-Amerika en het Caribisch gebied als een cruciale partner bij het waarborgen van duurzame handel en mondiale stabiliteit. Toch hangt er een politieke schaduw over Santa Marta: de verharding van het Amerikaanse beleid en de zoektocht naar nieuwe allianties in een multipolaire wereld maken van deze top meer dan een symbolische ontmoeting.

Colombiaanse president Gustavo Petro heeft de afwezigheid van de Amerikaanse president Donald Trump bij de COP30-klimaattop in Brazilië scherp bekritiseerd. Tijdens de bijeenkomst van wereldleiders voorafgaand aan de conferentie noemde Petro Trump “respectloos” vanwege zijn weigering om deel te nemen aan het cruciale klimaatforum. De Verenigde Staten, het land met de grootste historische CO2-uitstoot, namen niet deel aan de leidersbijeenkomst in Belém, wat volgens Petro de onverschilligheid van Washington tegenover de wereldwijde klimaatcrisis benadrukt.

Petro waarschuwde voor een dreigend “klimaatfaillissement” als de Verenigde Staten hun economie niet snel decarboniseren. Hij deed drie voorstellen voor COP30: biodiversiteit erkennen als een belangrijke klimaatactie, de versnelling van het afbouwen van fossiele brandstoffen en een hervorming van het internationale financiële systeem om schulden van arme landen te voorkomen.

Naast klimaatkwesties wees Petro op de verspilling van middelen aan militaire uitgaven en nationalistische binnenlandse politiek door grote uitstotende landen. De spanningen tussen Colombia en de VS zijn recent toegenomen door sancties van Washington, waaronder de decertificatie van Colombia in de drugsbestrijding en persoonlijke sancties voor Petro en zijn familie.

Tot slot nodigde Petro zijn collega’s uit voor de CELAC-EU-top die op 9 en 10 november in Santa Marta, Colombia, wordt gehouden. Hij noemde dit “de ontmoeting van beschavingen” en drong aan op samenwerking rond energietransitie, voedselzekerheid, gendergelijkheid en veiligheid.

Deze ontwikkelingen laten zien dat Colombia leiderschap nastreeft in de mondiale klimaatdiscussie, terwijl de confrontatie met de Verenigde Staten de internationale spanningen rondom klimaat- en veiligheidskwesties verder voedt.

Colombia heeft met China nieuwe afspraken gemaakt om de export van landbouwproducten te bevorderen. Tijdens het staatsbezoek van president Gustavo Petro aan Peking kwamen beide landen overeen de handelsrelaties te diversifiëren en vooral meer Colombiaans fruit en groenten op de Chinese markt toe te laten.

De gezamenlijke verklaring, ondertekend door Petro en president Xi Jinping, vermeldt dat China bereid is “Colombiaanse landbouwproducten van hoge kwaliteit” te importeren, mits ze voldoen aan de geldende sanitaire en fytosanitaire eisen. De opening biedt grote kansen voor producenten van avocado’s, mango’s, ananassen, gulupa’s en uchuva’s, die aansluiten bij de groeiende Chinese vraag naar verse kwaliteitsvoeding.

China geldt als een aantrekkelijke afzetmarkt dankzij de stijgende consumptie en interesse in tropisch fruit. Door de nieuwe afspraken kan Colombia zijn exportbasis verbreden en minder afhankelijk worden van Europa en Noord-Amerika. Tegelijkertijd vergt de toenadering investeringen in technologie, duurzaamheid en kwaliteitscontrole.

De regeringen spraken af de landbouwproductie te versterken door modernisering van rurale ketens en de invoering van digitale landbouw. Dit moet bijdragen aan een efficiëntere en duurzamere voedselproductieketen die voldoet aan de eisen van de Chinese markt.

Hoewel het bezoek optimisme heeft gewekt, zijn de technische protocollen voor afzonderlijke producten nog in ontwikkeling. De komende maanden moeten verdere akkoorden worden gesloten over toegestane volumes en controlemechanismen.

De verdieping van de landbouwrelaties tussen Bogotá en Peking past binnen Colombia’s bredere strategie om zijn handelspartners te diversifiëren en nieuwe economische kansen te benutten.

Colombia boekte in september een exportgroei van 11,1 procent, vooral dankzij hogere verkopen van koffie en palmolie. Volgens het nationale statistiekbureau Dane bedroegen de exporten in die maand 4,62 miljard dollar, waarmee het land een duidelijk herstel liet zien na maanden van gematigde resultaten.

De landbouwsector speelde een hoofdrol. De uitvoer van ongebrande koffie steeg met 82,9 procent tot 500,5 miljoen dollar, en die van palmolie met 170,9 procent tot 58,3 miljoen dollar. Gezamenlijk zorgden agrarische producten, voedingsmiddelen en dranken voor een exportstijging van 29,6 procent, goed voor ruim een kwart van alle buitenlandse verkopen.

Traditionele sectoren bleven achter. De export van brandstoffen en mijnbouwproducten groeide in september met slechts 3,7 procent tot 1,94 miljard dollar, terwijl de cijfers over de eerste negen maanden van 2025 een daling van 17 procent tonen. Olieverkoop daalde met 16,1 procent en kolenexporten met 32,1 procent. Een uitzondering was de uitvoer van metaalertsen en schroot voor recycling, die met meer dan 400 procent toenam.

Ook de industriële export liet een positief beeld zien, met een groei van 11,8 procent tot 1,02 miljard dollar. Vooral chemische producten en machines noteerden sterke stijgingen. Van januari tot september kwam de totale uitvoer van industriële goederen uit op 8,12 miljard dollar, 4 procent hoger dan een jaar geleden.

De Verenigde Staten bleven Colombia’s belangrijkste markt, goed voor ruim een kwart van de export. Toch daalden de verkopen naar dat land met 11 procent door minder olie-uitvoer. Panama en Peru compenseerden die terugval met sterke stijgingen, terwijl China juist minder afnam vanwege de forse terugloop in kolenleveringen.

Met 37,31 miljard dollar aan exporten tussen januari en september blijft Colombia voorzichtig groeien. Het herstel in september toont het belang van de agro-industrie voor de nationale economie, maar benadrukt tegelijk dat het land zijn exportbasis verder moet diversifiëren om minder afhankelijk te zijn van grondstoffen.