Het aantal dodelijke slachtoffers van de aardverschuiving die in de vroege ochtend van dinsdag 24 juni plaatsvond op de grens van Medellín en Bello, is opgelopen tot acht. Dat bevestigen de lokale autoriteiten. De ramp trof meerdere woningen tussen de wijken El Pinal (Bello) en Altos de Oriente (Medellín), waarbij ook vijf mensen gewond raakten en naar het ziekenhuis zijn gebracht.

De aardverschuiving vond plaats rond 3:25 uur ’s ochtends, na dagen van aanhoudende regenval in de regio. Direct na het incident werden alle noodprotocollen geactiveerd. Hulpdiensten, waaronder 22 brandweerlieden, zoek- en reddingsteams, de nationale politie en technische en psychosociale teams, zijn ter plaatse om de gevolgen te inventariseren en verdere risico’s te beperken. Er is een preventieve evacuatie gestart om extra slachtoffers te voorkomen.

De gemeenten Bello en Medellín werken intensief samen aan de coördinatie van de hulpverlening. In het getroffen gebied is een Gemeenschappelijk Commandopost (PMU) opgezet. De brandweer van Medellín onderzoekt daarnaast de gevolgen van een modderstroom in de wijk Santo Domingo Savio, die mogelijk samenhangt met dezelfde weersomstandigheden.

Naast de getroffen woningen is ook de infrastructuur in het gebied beschadigd. De oude weg naar Santa Elena is getroffen door een overstroming van de Cañada Negra, en de rivier La Negra is buiten haar oevers getreden, wat voor extra overlast zorgt in de wijk Zamora.

De autoriteiten blijven de situatie nauwlettend volgen en zetten alle beschikbare middelen in om verdere schade en slachtoffers te voorkomen. De aanhoudende regenval in het dal van Aburrá bemoeilijkt het reddingswerk.