Colombia verliest opnieuw WTO-zaak over invoer van Europese friet

De Wereldhandelsorganisatie (WTO) heeft de Europese Unie opnieuw in het gelijk gesteld in haar langlopende geschil met Colombia over antidumpingheffingen op diepvriesfriet uit België, Duitsland en Nederland. Een speciaal panel van de WTO concludeerde dat Colombia eerdere aanbevelingen niet volledig heeft uitgevoerd, wat Brussel de mogelijkheid kan geven om tegenmaatregelen te treffen.

Het handelsconflict begon in 2017, toen Colombia een onderzoek opende naar de import van Europese friet. In november 2018 stelde het land antidumpingrechten in van 3% tot 8%, met als argument dat Europese producenten hun goederen onder de kostprijs verkochten. Volgens de Europese Commissie waren die tarieven echter ongerechtvaardigd en nadelig voor de Europese voedingsindustrie.

In december 2022 kreeg de EU al een eerste uitspraak in haar voordeel. De WTO stelde toen dat de berekening van de Colombiaanse invoerrechten strijdig was met internationale handelsregels. Omdat Colombia volgens de EU die uitspraak niet volledig naleefde, vroeg Brussel om een nieuwe beoordeling. Het rapport van donderdag bevestigt nu dat Colombia inderdaad in gebreke is gebleven.

Het panel riep Bogotá op om zijn maatregelen in overeenstemming te brengen met zijn verplichtingen onder de antidumpingregels van de WTO. De zaak werd behandeld onder het tijdelijke arbitragesysteem dat sinds 2020 wordt gebruikt, nadat het vaste beroepsorgaan van de organisatie buiten werking raakte door Amerikaanse tegenwerking. Het diepvriesfrietgeschil geldt als het eerste conflict dat via dit systeem werd afgehandeld.

Bron :
Foto:Frank Rietsch/Pixabay