Legerbasis Bahía Málaga is een museum van drugsduikboten

De Mexicaan Joaquín Guzmán Loera, beter bekend als drugsbaron ‘El Chapo’, schepte erover op tijdens zijn ontmoeting met de Amerikaanse acteur Sean Penn: hij zou een vloot duikboten tot zijn beschikking hebben waarmee hij drugs naar de Verenigde Staten smokkelt. Een claim die ongetwijfeld op waarheid berust. Volgens de Amerikanen komt meer dan een kwart van alle drugs die in de VS verkocht worden via drugsduikboten het land binnen.

Naar alle waarschijnlijkheid komen de meeste drugsduikboten uit Colombia. De oceaankust van het land is met zijn mangrovebossen en ondoordringbare jungle ideaal terrein voor smokkelaars. Vanuit de afgelegen legerbasis Bahía Málaga maakt de Colombiaanse marine jacht op de drugshandelaars.

Antisliplaag
Ergens achteraf op de basis staat de grootste collectie drugsduikboten ter wereld. Een museum, noemen ze het zelf. Korvetkapitein Héctor González beheert de bizarre tentoonstelling van in beslag genomen vaartuigen. “Bedenk wel dat deze gevaartes in de Colombiaanse jungle zijn gebouwd”, zegt hij als we over het dek lopen van een van de duikboten. “Toch hebben ze aan alle details gedacht: er zit zelfs een antisliplaag op het dek.”


Het vaartuig is een meter of zes lang en misschien twee meter breed. Ik kruip door de ingang het krappe ruim in. “De boeg propten ze vol met cocaïne. Er past ongeveer twee ton in”, zegt González. “Om het gewicht goed over de boot te verdelen, bouwden ze aan de achterkant een motor. Die weegt ook zo’n twee ton.”

Geen toilet aan boord
Het is bloedheet en benauwd in het hokje. “Je moet je voorstellen dat hier twee mensen inzitten. Terwijl de ene slaapt, navigeert de ander. Ruimte is er nauwelijks: elke beschikbare centimeter wordt volgepropt met drugs. Er is niet eens een toilet aan boord.”

De duikboot is eigenlijk een semi-duikboot. Geen echte, want je kan er niet volledig mee onder water. Maar dit soort vaartuigen ligt heel laag in het water en is daarom moeilijk te zien. Toch worden ze met enige regelmaat gevonden. Vorig jaar filmde de Amerikaanse kustwacht de onderschepping van zo’n vaartuig. Op de beelden is goed te zien hoeveel cocaïne de drugsduikboten vervoeren.

Het is een enorme gok van de drugssmokkelaars. De bouw van zo’n duikboot kost naar schatting twee miljoen euro en dan is er natuurlijk nog de kostbare lading. Als het lukt om de lading op de Amerikaanse markt te krijgen, is de winst enorm. In de loop der jaren zijn de smokkelaars steeds inventiever geworden om de pakkans te verkleinen.

“In de jaren 90 gebruikten ze nog vliegtuigjes”, zegt González. “Maar toen we gingen samenwerken met de Amerikanen en de Colombiaanse vliegvelden beter werden bewaakt, was het snel gedaan met drugstransporten via de lucht. Vanaf 1998 zien we dat ongeveer tachtig procent van alle in beslag genomen drugs op zee werd onderschept.”

Hij vertelt hoe de drugssmokkelaars op een gegeven moment supersnelle speedboten gingen gebruiken. “Die dingen hadden maximaal vijf motoren en gingen zo’n veertig knopen. Dus moesten wij nog snellere vaartuigen aanschaffen om de drugs te kunnen onderscheppen.” Dat gebeurde en al snel stapten de smokkelaars over op iets nieuws.

“Zo begon het”, zegt de korvetkapitein terwijl we naar een blauw metalen capsule lopen aan het begin van zijn expositie. “Een onbemande torpedo, vol drugs. Ze bevestigden er een ketting aan en sleepten het achter een groot schip aan. Totdat we dat doorhadden en de controles van schepen in onze havens verbeterden.”

43245678

Opnieuw ontwikkelden de smokkelaars zich: ze bouwden semi-onderzeeërs. De eerste werd gevonden in 1993. Sindsdien zijn er tientallen onderschept. En dus ontwikkelden de smokkelaars weer iets nieuws.

González laat het me zien. Het is het laatste object van zijn tentoonstelling. “Dit is een volwaardige onderzeeër. Eentje die volledig onder water kan.” Het is verreweg het grootste vaartuig van de verzameling. “Er zit airconditioning in, moderne communicatieapparatuur en een radar. De constructie van zo’n boot kost waarschijnlijk zo’n vier miljoen, maar je kan er dan ook acht ton cocaïne mee vervoeren. Dat is een fortuin, als het lukt om dat in de VS te verkopen.”

Moeilijk traceerbaar
De eerste van deze nieuwe generatie drugsonderzeeërs werd twee jaar geleden onderschept. Hoewel de Colombiaanse marine over fregatten beschikt die onderzeeërs kunnen onderscheppen, is het moeilijk om dergelijke vaartuigen te vinden.

“Daarom doen we er alles aan om ze al voor vertrek te lokaliseren, hier in Colombia.” Voorlopig is dat nog maar zelden gebeurd. González heeft maar één exemplaar in zijn museum. De vraag is of dat komt omdat er maar weinig van dit soort hypermoderne narco-onderzeeërs zijn gemaakt, of dat ze simpelweg bijna niet te onderscheppen zijn. (bron:nos.nl)