Het Colombiaanse energiebedrijf Empresas Públicas de Medellín (EPM) heeft de geplande voltooiing van de waterkrachtcentrale Hidroituango uitgesteld tot 2022, omdat het te maken heeft met een uitbraak van het coronavirus onder de arbeiders.

Het grootste infrastructuurproject van Colombia zou oorspronkelijk in 2018 van start gaan, maar door een reeks bouwproblemen was de EPM genoodzaakt het werkschema met drie jaar uit te stellen.

Het project is nu weer getroffen door de COVID-19-pandemie, waardoor EPM gedwongen werd zijn personeelsbestand op de locatie drastisch in te krimpen. Het bedrijf heeft gezegd dat 295 werknemers zijn besmet, waarvan er één in het ziekenhuis is opgenomen.

“Het idee was dat in december 2021 de eerste eenheid zou beginnen met het opwekken van elektriciteit” zei EPM-directeur Álvaro Rendón in een webinar van Andesco, de nationale vereniging van nutsbedrijven en communicatiebedrijven.

“De COVID-19 kwestie heeft ons gedwongen om het schema te verplaatsen en het is zeer waarschijnlijk dat de eerste vier eenheden van het project in 2022 in werking zullen treden.”

De 2.4GW waterkrachtcentrale in het departement Antioquia kreeg contracten toegewezen op openbare veilingen in 2008 en 2012. De overeenkomsten verplichten EPM om vanaf december 2018 en december 2021 vaste energie uit de centrale te leveren.

Het eerdere contract werd vorig jaar opgezegd door sectorregulator Creg (Comisión de Regulación de Energía y Gas), maar de tweede overeenkomst staat volgens EPM nog steeds overeind.

De kosten van Hidroituango, die aanvankelijk op ongeveer 3,5 miljard dollar waren begroot, zijn volgens schattingen tot 4,5 miljard dollar in het beste geval.