De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio heeft zaterdag bevestigd dat de Verenigde Staten geen handelstarieven zullen opleggen aan Colombia. Daarmee komt er duidelijkheid na weken van speculatie over mogelijke economische sancties. Tegelijkertijd kondigde Rubio aan dat de persoonlijke sancties tegen president Gustavo Petro, zijn familie en zijn naaste medewerkers van kracht blijven.

Volgens Rubio is het probleem van Washington “niet met Colombia, maar met zijn huidige president”. Hij beschuldigde Petro ervan onvoldoende samen te werken in de strijd tegen drugshandel. De regering van president Donald Trump koos daarom voor gerichte sancties in plaats van maatschappelijke of economische maatregelen die de Colombiaanse bevolking zouden treffen.

Een dag eerder had het Amerikaanse ministerie van Financiën Petro, zijn vrouw Verónica Alcocer, zijn zoon Nicolás en minister van Binnenlandse Zaken Armando Benedetti toegevoegd aan de OFAC-lijst, beter bekend als de ‘Clinton-lijst’. Die beslissing bevriest hun tegoeden onder Amerikaanse jurisdictie en verbiedt Amerikanen zaken met hen te doen.

De sancties volgen op eerdere Amerikaanse stappen, waaronder de intrekking van Petro’s visum en het schrappen van Colombia van de lijst van landen die samenwerken in de strijd tegen drugs. President Trump noemde Petro eerder al een “narcoticaleider” en schortte financiële hulp aan het land op.

Rubio beklemtoonde dat Washington de Colombiaanse bevolking en instellingen blijft steunen en sprak van een “berekende strategie” die druk zet op Petro zonder economische schade aan te richten. Het besluit valt samen met een toename van Amerikaanse militaire operaties in de regio, gericht op het bestrijden van drugstransporten in de Caribische Zee en de Stille Oceaan.