Volgens Iván Velásquez werd de informatie over een mogelijke aanslag op Gustavo Petro verstrekt door de Amerikaanse ambassade. Dit is niet de eerste keer dat de veiligheid van nationale regeringsfunctionarissen in gevaar is gebracht.

Op 8 augustus kondigde Iván Velázquez, de Colombiaanse minister van Defensie, aan de pers aan dat de regering een complot had ontdekt om president Gustavo Petro te vermoorden op 20 juli, de onafhankelijkheidsdag van het land. Velázquez verklaarde: “Er was informatie over een moordaanslag. Ik ga de details niet noemen.”

Hij voegde er ook aan toe dat het niet de eerste keer was dat ze veiligheidswaarschuwingen ontvingen over de veiligheid van de president, en daarom werkt het inlichtingenteam van het ministerie van Defensie onvermoeibaar om de integriteit van het leven van Petro te waarborgen: “Bij veel gelegenheden is informatie van verschillende aard gepresenteerd, over mogelijke acties die tegen de president zouden kunnen worden ondernomen waarbij de inlichtingendienst tijdig is geweest en bovendien de nodige maatregelen heeft genomen”.

Zijn openbare opmerkingen kwamen in het kielzog van verschillende geruchten die de ronde deden over Petro’s late aankomst bij de gebruikelijke militaire parade op 20 juli. De parade, die om 9:00 uur zou beginnen, werd meer dan drie uur vertraagd door toedoen van de president, wat leidde tot harde kritiek van zijn politieke tegenstanders.

De burgemeester van Bogotá, Carlos Galan, had op X geschreven: “De soldaten en politie van Colombia moeten vandaag en altijd worden gerespecteerd en bedankt voor hun inzet en opoffering voor dit land.”

Geconfronteerd met kritiek zei Petro dat zijn vertraging bij de militaire parade te wijten was aan een vermeende waarschuwing die afkomstig was van de Amerikaanse ambassade: “Dat ik te laat aankwam? Ja. Informatie die moet worden bevestigd van de Amerikaanse ambassade, en een gebrek aan coördinatie van mijn escorte, veroorzaakten de vertraging.”

Op 7 augustus zei de directeur van het Departement van Sociale Welvaart (DPS), Gustavo Bolívar, in een herdenkingsplechtigheid voor de legendarische Slag bij Boyacá (waarin in 1819 de onafhankelijkheidsstrijdkrachten onder leiding van Simón Bolívar de IIIe Divisie van het Spaanse Royalistische Leger versloegen in de buurt van Tunja), kort en bondig dat er een mogelijke dreiging was tegen de veiligheid van het staatshoofd die binnenkort door de regering gedetailleerd zou worden. “Het uitstel op 20 juli was te wijten aan een gevaar voor de veiligheid van de president, een waarschuwing van de Amerikaanse ambassade, in de zin dat er een mogelijk gevaar was dat dit laatste uur werd geanalyseerd. Ik weet dat er die waarschuwing was van de ambassade. Ik weet niet of het een aanslag op het leven van de president was, maar ze gaven hem een veiligheidswaarschuwing,” zei Gustavo Bolivar.

Een woordvoerder van de Amerikaanse ambassade in Colombia zei tegen Blu Radio: “We geven geen commentaar op diplomatieke privégesprekken, maar onze samenwerking met Colombia op het gebied van veiligheidskwesties blijft sterk.”

Dit is niet de eerste keer dat Petro en zijn regeringsfunctionarissen worden bedreigd. Het meest bekende geval is dat van vicepresident Francia Márquez. Op 16 juni werden de vader en neven van de vicepresident het slachtoffer van een moordaanslag, hoewel de slachtoffers ongedeerd bleven. Op 10 juli werd de karavaan van Márquez aangevallen in de stad Suárez, in het departement Cauca. Gelukkig zat de vice-president niet in het voertuig toen een geweerkogel het veiligheidskonvooi trof.

Volgens de laatste berichten beschuldigt Petro de FARC-dissidenten van Estado Mayor Central (EMC), onder leiding van Iván Mordisco, ervan een plan te hebben gesmeed om een aanslag te plegen op zijn leven. Echter, ontkent de guerrillabeweging dit.

In reactie op verklaringen van president Gustavo Petro, die beweerde dat dissidenten van de FARC een aanslag op zijn leven beraamden met behulp van een sluipschutter, heeft de EMC een verklaring uitgegeven waarin ze dergelijke beschuldigingen categorisch ontkennen. Petro beweerde dat een groep die banden heeft met de drugshandel in Dubai, in samenwerking met de dissidenten, sluipschutters had ingehuurd en wapens had aangeschaft om het plan op 20 juli uit te voeren.

Ze worden vastgehouden door mensen die beweren ‘boerenbewakers’ te zijn.

Bijna 100 soldaten van het Nationaal Leger worden meer dan 10 uur lang gegijzeld gehouden door een groep mensen die zich identificeerden als leden van de boerenwachten in een landelijk gebied van San José del Guaviare. De soldaten, verdeeld over drie pelotons, werden vastgehouden tijdens operaties in de regio.

Volgens voorlopige rapporten waren de soldaten op weg naar de dorpen Puerto Nuevo en Puerto Cachicamo om lokale handelaars te ontmoeten.

Ze konden hun bestemming echter niet bereiken omdat ze werden omsingeld en tegengehouden door hun vermeende ontvoerders, die hen ervan weerhielden het gebied te verlaten.

De autoriteiten hebben deze ontvoering toegeschreven aan Alexis Guerra, alias “Cantarino”, een onderdeel van de Jorge Suárez Briceño structuur. Aangenomen wordt dat “Cantarino” de soldaten naar de locatie had geroepen als onderdeel van een strategie om hen tegen te houden.

Ondanks de gespannen situatie is bevestigd dat de soldaten nog steeds in het bezit zijn van hun wapens en persoonlijke bezittingen. Extra ingezette militairen zullen naar verwachting zaterdagochtend vroeg arriveren en beginnen met een operatie om te bemiddelen bij de vrijlating van de soldaten.

Het incident heeft de waakzaamheid verhoogd bij de autoriteiten en de lokale bevolking, die hopen dat een snelle vrijlating zal worden bereikt zonder een escalatie van geweld in de regio teweeg te brengen.

Zoals voorspeld door marktanalisten, hervatte de inflatie in juli haar neerwaartse trend bij de centrale bank van Colombia (Banco de la República).

De directeur van het Colombiaanse bureau voor de statistiek (DANE), Piedad Urdinola, onthulde dat de jaarlijkse inflatie voor de afgelopen 12 maanden 6,86% bedroeg, een situatie die sinds december 2021 niet meer is voorgekomen.

Ze meldde dat de onderwijsdivisie een jaarlijkse variatie van 11,20% registreerde, wat de hoogste jaarlijkse variatie is. Ondertussen vertoonde de restaurants en hotels divisie een jaarlijkse variatie van 9,07%, de op één na hoogste jaarlijkse variatie.

Dit werd gevolgd door accommodatie, water, elektriciteit en gas met 9,06% en alcoholische dranken met 8,01%.

De inflatie in de maand juli bedroeg 0,20% en in het lopende jaar, d.w.z. januari-juli, 4,32%.

De consumentenprijsindex stagneerde in april en mei op 7,16% en steeg in juni verrassend tot 7,18%.

Het technische team van Banco de la República verwacht dat de inflatie aan het einde van het jaar in de buurt van 5,7% zal liggen en tegen het einde van 2025 het streefbereik van 3% zal bereiken.

Colombia saw an 8.5% increase in the number of non-resident visitors in the first half of 2024 compared to the same period last year. The main destinations were Bogotá, Antioquia (including Medellín), and Bolívar (including Cartagena).

An analysis by the Economic Studies Office of the Ministry of Industry, Commerce, and Tourism, based on data from Migración Colombia, reported 3,115,341 non-resident visitors in the first half of 2024. This includes 2,144,765 foreign non-residents, reflecting an 11.1% increase from the same period in 2023.

The primary countries of origin for foreign non-residents from January to June 2024 were the United States (28.2%), Mexico (8.0%), and Ecuador (8.0%). Costa Rica showed significant growth, with a 51.3% increase in visitors compared to the same period in 2023.

Regarding regional preferences, Bogotá received 36.9% of the foreign non-residents, followed by Antioquia (27.6%) and Bolívar (20.1%).

The largest increases in tourist numbers in the first half of 2024 were in Antioquia (25.8%), Bolívar (17.6%), and Risaralda (7.9%).

Minister of Commerce, Industry, and Tourism, Luis Carlos Reyes Hernández, commented on the data, noting the efforts to position Colombia as a major tourist destination in Latin America and globally. He emphasized the goal of making sustainable tourism a key economic driver for the country.

Hoewel Pablo Escobar gedood werd in 1993, is er nog steeds veel fascinatie voor de beruchte drugsbaron. De Netflix-serie Narcos heeft de populariteit rondom deze grootste drugsbaron van Colombia alleen maar doen vergroten.

Die populariteit is de uitbaters van lokale souvenirshops niet ontgaan. Toeristen kopen gretig allerlei producten met het gezicht van Escobar op. Zelfs reisbureaus  verdienen hun brood met de commercialisering van zijn imago door het aanbieden van Escobar tours.

Het Colombiaanse congres wil een verbod op deze spullen. Het congres stelt in een wetsvoorstel dat met de spullen de narcocultuur verheerlijkt wordt. En juist die drugscultuur willen ze ontmoedigen. Om die reden diende het congres vorige week een wetsvoorstel in om de marketing en het gebruik van elementen die verwijzen naar drugshandelaren in Colombia te verbieden.

Het parlement moet zich nu over het wetsvoorstel buigen en krijgt daar vier debatten de tijd voor. Als het wetsvoorstel wordt goedgekeurd, dan komt er een ‘overgangsperiode’ waarin de overheid zal samenwerken met lokale verkopers om nieuwe manieren te vinden om Colombia te promoten.

Helikopters van de Colombiaanse luchtmacht (FAC) zullen naar verwachting ondersteuning vanuit de lucht bieden.

Een brand in de El Roque sector van Villa de Leyva die zondagmiddag begon, is nog steeds actief en de weersomstandigheden hebben het niet mogelijk gemaakt om de brand te blussen. De vlammen hebben een groot gebied met vegetatie getroffen en zijn tot nu toe niet onder controle.

De verenigde commandopost (PMU) is in de plaats opgezet, onder leiding van de burgemeester en met medewerking van de hulpdiensten en lokale autoriteiten.

Jaisson Carreño Calderón, directeur van Rampen Risico Management in Boyacá, verklaarde: “Geconfronteerd met de brand in Villa de Leyva werken we als een team samen met de hulpdiensten en autoriteiten om de gevolgen te beperken, we zullen ook een PMU installeren waarin we de relevante acties zullen evalueren om het leven te blijven beschermen”.

De situatie is kritiek en er wordt luchtsteun verwacht van helikopters van de Colombiaanse Luchtmacht (FAC) om het vuur vanuit de lucht te bestrijden, omdat de omstandigheden op de grond de brandbestrijdingsinspanningen hebben belemmerd.

“Lokale autoriteiten en noodhulpteams zijn in opperste staat van paraatheid en werken onvermoeibaar om te voorkomen dat het vuur zich uitbreidt naar bewoonde gebieden en verdere schade veroorzaakt,” voegde Carreño Calderón toe.

De gemeenschap van Villa de Leyva heeft solidariteit getoond door de noodhulpteams te steunen en de aanbevelingen van de autoriteiten op te volgen om ieders veiligheid te garanderen. In de tussentijd wordt de bevolking opgeroepen om op de hoogte te blijven via de officiële kanalen en om zoveel mogelijk mee te werken om het werk van de reddingswerkers te vergemakkelijken.

De autoriteiten blijven de situatie volgen en geven updates terwijl deze kritieke gebeurtenis zich ontvouwt.

Het burgemeesterskantoor van Villa de Leyva vroeg via dit bericht op X om de steun van de gemeenschap om hapjes en drankjes te brengen naar het team van reddingswerkers dat bij de brand aanwezig is.

Enkele uren voor het aflopen van het bilaterale staakt-het-vuren heeft het Nationaal Bevrijdingsleger (ELN) een communiqué uitgegeven waarin het waarschuwt dat het alleen aan tafel zal gaan zitten om te praten over de voortzetting van het vredesproces als de regering een decreet ondertekent dat de organisatie schrapt van de lijst van georganiseerde gewapende groepen (GAO).

Het ELN verzekerde dat het niet van plan is om door te gaan met een oorlog van communiqués “we willen alleen dat het publiek direct weet wat ons standpunt is en dat de regering meer elementen heeft om haar weg te bepalen”.

Volgens het ELN hebben de guerrillastrijders zich aan alle ondertekende overeenkomsten gehouden, maar ze beweren dat de regering zich hier herhaaldelijk niet aan heeft gehouden, wat tot crises in het vredesproces heeft geleid.

“De regering zegt dat wij van het ELN niet naar vrede verlangen en dat we alleen van plan zijn om onszelf militair te versterken; in werkelijkheid heeft de weigering van de regering om mee te werken de veiligheid en integriteit van onze troepen en gebieden aangetast,” zeggen ze.

Het communiqué noemt ook de situatie in Nariño als voorbeeld van acties die prioriteit geven aan inlichtingenoperaties boven het vredesproces.

“Op 3 augustus verloopt de verlenging van het bilaterale, nationale en tijdelijke staakt-het-vuren. Als het in het belang van de regering is om dit voort te zetten en gebruik te maken van het feit dat haar dialoogdelegatie heeft verklaard dat “er een presidentiële resolutie is die expliciet het politieke karakter van het ELN en zijn status als gewapende rebellenorganisatie erkent”, maak het dan effectief met een presidentieel decreet dat het ELN verwijdert van de lijst van GAO’s”, beweert het ELN.

De guerrillastrijders benadrukten dat de toekomst van het vredesproces nu afhangt van het optreden van de regering, “de bal ligt in het kamp van de regering”.

Guerrillagroep Estado Mayor Central (EMC) zegt dat het geen aanvallen zou uitvoeren in de stad Cali tijdens de komende COP16-top van de Verenigde Naties over biodiversiteit, zoals het eerder had gedreigd met aanvallen.

De rebellen, die zich hebben afgescheiden van de guerrillabeweging FARC toen die in 2016 een vredesakkoord ondertekende, hebben de aanvallen in steden rond Cali de afgelopen maanden opgevoerd, waarbij een golf van bomaanslagen en schietpartijen de autoriteiten op scherp zette.

“Om het goede verloop van COP16 te garanderen, besluiten we de opschorting van offensieve militaire operaties tegen publieke troepen in de stad Cali, in de periode tussen 11 oktober en 6 november.” De top duurt van 21 oktober tot 1 november.

In juli waarschuwde het EMC dat de 16e bijeenkomst van de Conferentie van Biologische Diversiteit (COP16) “zelfs zal mislukken als ze de stad militariseren met buitenlanders”.

Het evenement hoopt zo’n 12.000 afgevaardigden en exposanten en staatshoofden naar een van ’s werelds meest biodiverse landen te lokken.

Het EMC, dat zichzelf presenteert als “beschermer van bossen, wateren en dieren”, bekritiseert COP16 als een evenement dat commerciële belangen vooropstelt en “militarisme rechtvaardigt”.

Maar deze top is een kans “om een debat te openen over de noodzaak van een verandering in het economisch model en een bevraging van extractivisme en roofbouw op de planeet,” aldus de verklaring.

De veiligheidsmanager van de top, generaal William Castano, zei onlangs dat meer dan 10.000 agenten, ondersteund door Interpol, Europol en Ameripol, werken aan samenwerking op het gebied van defensie en inlichtingen onder de naam “Kolibrieplan”.

Het idee is om “de pogingen van criminelen om de veiligheid van de COP te beïnvloeden tot een minimum te beperken”, zei hij.

Cali is de hoofdstad van het zuidwestelijke departement Valle del Cauca, waar EMC sterk vertegenwoordigd is en tevens de belangrijkste coca teeltregio is in Colombia, waarmee EMC inkomstengenereert.

De toekenning van de COP16 status als gastheer was een belangrijke stap voor Gustavo Petro, de allereerste linkse president van Colombia, die campagne voerde met een ambitieus programma voor natuurbehoud en klimaatverandering.

Petro zag zijn streven naar “totale vrede” in een land dat worstelt om uit een decennialang gewapend conflict te komen, verzanden in gecompliceerde onderhandelingen met verschillende gewapende groeperingen.

De investeringen in de Colombiaanse olie- en gasproductie zullen naar verwachting met 7% afnemen tot 3,5 miljard dollar in 2024, aldus de Colombian Petroleum Association (ACP) tijdens een persconferentie in de Colombiaanse hoofdstad Bogota op donderdag.

De regering van de linkse president Gustavo Petro heeft er een prioriteit van gemaakt om Colombia minder afhankelijk te maken van fossiele brandstoffen, vooral olie en kolen, ondanks waarschuwingen van de industrie over de gevolgen voor de zelfvoorzienendheid van Colombia op het gebied van energie.

Eerder dit jaar meldde het Nationale Agentschap voor Koolwaterstoffen (ANH) van de regering dat de bewezen olie- en gasreserves van Colombia eind 2023 waren afgenomen tot het equivalent van respectievelijk 7,1 jaar verbruik en 6,1 jaar verbruik.

De regering moet stimulansen bieden om de exploratie te stimuleren en de productie te verhogen, aldus de ACP, die onder andere opriep tot lagere tarieven voor pijpleidingen en garanties voor veiligheid op het door conflicten geteisterde platteland van het land waar veel energiebedrijven actief zijn.

“We hebben een zeer, zeer strak tijdschema”, zei ACP-voorzitter Frank Pearl tegen journalisten. “We moeten dit nu doen.”

Terwijl de productie-uitgaven zullen dalen, voorspelt de ACP dat de investeringen in exploratie in de loop van het jaar met 5% zullen stijgen tot $1,1 miljard, waarvan zo’n $700 miljoen naar exploratie naar gas zal gaan, zei de industriegroep in een presentatie.

De ACP voorspelde ook dat de Colombiaanse olieproductie gemiddeld tussen de 780.000 en 790.000 vaten per dag zou liggen, terwijl de potentiële gasproductie werd voorspeld op 1,02 miljard kubieke voet per dag.

De ANH vertelde eerder dit jaar dat de olieproductie in 2024 de 800.000 bpd zou naderen.