President Gustavo Petro heeft gisteren de noodtoestand uitgeroepen in de Catatumbo-regio van het land, vanwege de verslechterende veiligheidscrisis in het gebied. In de afgelopen weken hebben botsingen tussen guerrilla’s van het Nationaal Bevrijdingsleger (ELN) en dissidente groepen van de voormalige FARC geleid tot meer dan 80 doden en de ontheemding van 11.000 burgers.
Met deze aankondiging wil de Colombiaanse regering de wettelijke bevoegdheden en middelen verwerven die nodig zijn om de humanitaire crisis aan te pakken en de staatscontrole te garanderen in Catatumbo, een complex gebied in het Colombiaanse departement Norte de Santander, dat grenst aan Venezuela. Het steeds heviger wordende conflict in het gebied is een van de meest gewelddadige episodes in de recente Colombiaanse geschiedenis.
Petro kondigde op sociale media de noodtoestand aan in Catatumbo, in het oosten van Colombia. “De noodtoestand is uitgeroepen. Ik verwacht van de rechterlijke macht hun steun. De militaire coup zal altijd worden ontwikkeld met de economische transformatie van de regio’s die onder geweld staan,” schreef de president.
In Colombia kan de staat van “binnenlandse onlusten” alleen worden uitgeroepen in geval van “ernstige verstoring” van de openbare orde en wanneer men van mening is dat het handhaven van de staatscontrole en de vrede in de gemeenschap niet kan worden aangepakt. De president kan buitengewone maatregelen nemen. Het geeft de regering extra bevoegdheden om onder andere wetten op te schorten, de bewegingsvrijheid van burgers te beperken en uitgaansverboden op te leggen.