FARC vraagt vissersdorp vergeving voor moord op 79 mensen

De voormalige guerrillabeweging FARC heeft vergeving gevraagd voor een massamoord in 2002 het vissersdorp Bojayá. “Het was nooit onze bedoeling zulke verschrikkelijke schade aan te richten”, zei onderhandelaar Ivan Marquez van de FARC in een toespraak.

De voormalige guerrillaorganisatie FARC heeft om vergeving gevraagd voor een van de ergste massamoorden in de geschiedenis van Colombia. Hoofdonderhandelaar en  FARC-commandant Ivan Marquez van de groepering bezocht het vissersdorpje en bood de nabestaanden en andere inwoners een zwart, houten Christusbeeld aan als symbool van verzoening. ,,We zullen nooit meer zulke verschrikkelijke schade aanrichten”, zei hij. De hoofdonderhandelaar, die namens de FARC met de regering onderhandelde over vrede, vroeg de toeschouwers vervolgens om “spirituele verlichting” om het pad te kunnen inslaan “waarnaar in elke hoek van Colombia werd gehunkerd”.

Er kwamen 79 mensen om en meer dan honderd mensen raakten gewond toen een bom van de rebellen in een kerk van het dorpje Bojayá ontplofte. De dorpsbewoners waren naar de kerk gevlucht en schuilden daar voor de gevechten met paramilitairen.

Maandag vond de ondertekening van het vredesakkoord tussen de Colombiaanse regering en de FARC plaats. Tijdens deze ceremonie ondertekende president Juan Manuel Santos en FARC-leider Rodrigo Londoño het definitieve vredesakkoord. Zondag mag de bevolking zich uitspreken over het verdrag door middel van een referendum.