Negen jongeren die werden vastgehouden op een politiebureau in de gemeente Soacha, ten zuiden van Bogotá, zijn omgekomen bij een brand die uitbrak in een cel, dat meldt een gemeenteraadslid van Bogotá en hekelt het achterhouden van informatie door de politie.
Het incident, dat plaats vond op 4 september, werd aan de kaak gesteld door gemeenteraadslid Diego Cancino, die aangaf dat op die dag rond twee uur ’s middags op het politiebureau van San Mateo ongeveer 20 mannen, vooral jongeren, van hun vrijheid zijn beroofd toen uit protest tegen de weigering van bezoeken een deken in brand werd gestoken in een cel.
Die dag kwam één gevangene om het leven een raakten 11 zwaargewond door de vuurzee. Gedurende die week en de week daarna stierven meerderen aan hun verwondingen tot een totaal van negen personen.
Nadat Cancino het incident aan de kaak had gesteld, gaf de politie de brand en de dood van de jongeren die in detentie zaten toe, maar zei dat de agenten die ter plaatse waren het vuur probeerden te doven, eerste hulp verleenden en de gewonden naar ziekenhuizen evacueerden.
Volgens de ouders van de jongeren deden de agenten niets en “lieten ze als honden sterven”. Ze zeggen dat de reactie van de agenten op het incident traag was en dat het hen niet kon schelen dat er kinderen in het politiebureau aanwezig waren. In videobeelden van omstanders laten de ouders zien dat de agenten geen actie ondernamen, terwijl de ouders probeerden ramen te breken, de tralies te verwijderen en brandblussers te halen om de vlammen te blussen. Ook beweren de ouders dat de politie het vuur heeft aangewakkerd, zo blijkt uit een medisch rapport van een jongere waar sporen van benzine zijn gevonden.
Gemeenteraadslid Diego Cancino en de ouders van de jongeren vragen om een strafrechtelijk onderzoek. Cancino wees erop dat de families afkeuren dat ze bedreigingen ontvangen om de gebeurtenis in de doofpot te houden en hopen dat ze na twee maanden wachten een uitleg krijgen over wat er is gebeurd, want tot op heden heeft niemand iets gezegd.