Ondernemer bouwt steden in Colombia

Bedrijven in de watersector, de techniek en de stedenbouwkunde. Dit zijn drie branches waarvoor Pepijn Verpaalen van adviesbureau Urbanos grote kansen ziet in Colombia. “Er is veel kennis, ervaring en kwaliteit gewenst.”

Afgaand op een programma als Spoorloos lijkt het of elke Colombiaan een adoptiekind is uit een sloppenwijk. Corruptie, armoede, misdaad. Kortom, een achtergesteld Zuid-Amerikaans land. Volgens Pepijn Verpaalen is dat een onvolledig beeld. Verpaalen, eigenaar van Urbanos een adviesbureau over duurzame stedelijke ontwikkeling, vertelt: “Colombia is ook een dynamisch land met een van de snelst groeiende economieën ter wereld. Het is booming.”

Kansen onderzoeken
“Vorig jaar hebben we met Nederlandse bedrijven een handelsreis gemaakt naar Colombia. We bezochten steden en projecten om een beeld te krijgen van het land en de vragen die er spelen. Daarna zijn er Colombiaanse politici en burgemeesters naar Nederland gekomen, om te zien hoe ons land functioneert en om bijvoorbeeld te zien hoe rivieren in Nederland ruimte krijgen.”

“We zijn nu bezig met een zogeheten factfinding mission rond het thema fietsen. Daarin onderzoeken we de kansen in Colombia voor de Nederlandse fietsindustrie. En in mei geven we in Colombia workshops over stedelijke ontwikkeling, om te laten zien hoe stedenbouw ook op een andere manier kan plaatsvinden.”

Ad hoc oplossingen
Dat laatste is nodig, omdat er nogal wat verschillen zijn tussen stedenbouw in Nederland en stedenbouw in Colombia. Verpaalen: “In Colombia wordt vaak een bouwproject in een buurt gestart, zonder erbij na te denken dat een buurt deel uitmaakt van een wijk, en een wijk van een stad. Dat levert ad hoc oplossingen op. Denk aan parken die nauwelijks gebruikt worden omdat de verblijfskwaliteit mager is of onlogische fietsverbindingen waardoor de naastgelegen buurt onbereikbaar is. Nederlanders hebben een ‘integrale aanpak’ en kunnen zo iets toevoegen in Colombia.”

Goed samenwerken
Volgens Verpaalen kunnen de Colombianen ook nog wel wat leren van de manier waarop Nederlanders samenwerken. “We spraken eerder met een plaatselijke monumentendienst in Colombia over het opknappen van een wijk. Ze hadden daar duidelijke plannen voor. Diezelfde dag spraken we ook de gemeente, en die bleek dwars door die wijk een weg te willen aanleggen. Niet veel later vertelde een nationale instantie voor stedelijke vernieuwing doodleuk dat er op die plek hoogbouw voor ministeries moesten komen. In een dag tijd spraken we dus drie instanties met drie verschillende plannen voor een en dezelfde plek. Ze hadden nog nooit met elkaar gepraat. In Nederland zijn we gewend om allerlei partijen bij een plan te betrekken.”

Cultuurverschillen
Vraag is of deze verschillen in visie op stedenbouw voortkomt uit moeilijk te doorbreken culturele verschillen. Verpaalen denkt van niet: “Het zijn inderdaad cultuurverschillen, maar in Colombia is er een enorme behoefte en vooral de wil om het anders te gaan doen. De Colombianen zien in de gigantisch gegroeide steden – met rijken aan de ene kant van de stad, en armen aan de andere – dat er dingen misgaan. Op sociaal niveau, maar bijvoorbeeld ook op het gebied van mobiliteit. Ze staan erg open voor de hulp van Nederlanders.”

“Eigenlijk zijn er te veel kansen om op te noemen. Er is erg veel kennis, ervaring en kwaliteit gewenst. Bijvoorbeeld in de watersector. Inmiddels bestaat er een waterplatform in Colombia waar de Nederlandse sector zijn kennis kan delen. Ook op het gebied van techniek en medische technologie zijn er in Colombia talloze mogelijkheden voor Nederlandse bedrijven.”

Papierwinkel
In Colombia was vroeger redelijk wat corruptie. Deze kwaal heeft volgens Verpaalen inmiddels plaatsgemaakt voor een andere: “Colombia wil alle schijn van corruptie wegnemen, maar daar is bureaucratie voor in de plaats gekomen. Werkelijk alles wat de overheid doet, moet openbaar worden aanbesteed. Tot het kopen van een fiets aan toe. Dat leidt tot een ongelofelijke papierwinkel, met allerlei benodigde stempels. Nederlandse bedrijven moeten er rekening mee houden dat alles wat via de overheid loopt lang kan duren.” (bron: deondernemer.nl