Ongeveer 2000 voormalige FARC-rebellen hebben zich zondag in Bogota verzameld om te protesteren tegen de moord op ex-strijders. Sinds de ondertekening van het vredesakkoord in 2016, dat een einde maakte aan vijf decennia van conflict, zijn zo’n 236 voormalige rebellen gedood.

De gedemobiliseerde voormalige FARC-guerrillastrijders kwamen zondag bijeen op het plein Plaza de Bolívar in Bogotá om de uitvoering van het vredesakkoord uit 2016 te eisen en een einde te maken aan de moord op ex-strijders die hun wapens hadden neergelegd.

Ongeveer 2000 voormalige leden van de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC) marcheerden vanuit verschillende delen van het land naar Bogota, met witte en Colombiaanse vlaggen.

De mars begon in de zuidelijke stad Mesetas, zo’n 200 kilometer verderop, op 21 oktober, na de moord op twee lokale ex-FARC-strijders.

De delegatie eist een ontmoeting met president Ivan Duque om hem aan te sporen een einde te maken aan het geweld dat sinds de ondertekening van het historisch vredesakkoord met de Colombiaanse regering vier jaar geleden aan 236 voormalige rebellen het leven heeft gekost.

De moorden worden gezien als een grote belemmering voor de uitvoering van het akkoord dat een einde maakte aan de rol van de groep in een conflict dat meer dan vijf decennia duurde en meer dan 260.000 mensen het leven kostte.

“We hebben onze wapens neergelegd door te geloven in de beloften van de staat, maar tot op heden zijn 236 van onze kameraden gedood in verschillende delen van het land,” zei senator Carlos Antonio Lozada van de politieke partij FARC, die is opgericht na de vredesovereenkomst.

De VN heeft ook hun bezorgdheid geuit over de moorden.

Na de machtsovername in 2018 heeft Duque gezworen het akkoord van zijn voorganger, Juan Manuel Santos, te wijzigen. Hij vond de overeenkomst te mild voor de ex-rebellen die van wreedheden worden beschuldigd. Het Congres heeft de stap echter verworpen.

De Duque-regering zegt zich te hebben verbonden aan het akkoord en heeft de schuld gegeven aan de FARC-dissidenten die de overeenkomst van 2016 verwierpen en aan de drugshandelaarsorganisaties voor de moorden op de voormalige guerrillastrijders.