Het Instituut voor Studies voor Ontwikkeling en Vrede (INDEPAZ) meldt dat tot nu toe in 2020 13 sociale leiders en mensenrechtenactivisten zijn vermoord, naast het geval van een voormalige strijder van de voormalige FARC-guerrillastrijders.

Volgens Camilo González Posso, directeur van deze NGO, is het door president Iván Duque genoemde cijfer van een daling van 25 procent van het aantal misdaden tegen sociale leiders tegenstrijdig.

“De situatie is ernstig in de departementen Tumaco, Cauca, Huila, Chocó en Antioquia, waar ernstige bedreigingen bestaan. De regering heeft enkele cijfers die niet duidelijk zijn en niet kloppen, ik denk dat ze de president verkeerd hebben ingelicht,” zei Posso.

Hij benadrukte dat “we het erover eens moeten zijn dat de situatie delicaat is en dat de remedies niet werken, aangezien de behandeling oorlog voeren is en niet vrede voor de gemeenschappen.

De nationale regering ontkent dat er in het land sprake is van systematische uitroeiing door illegale groepen, tegen sociale leiders en vertegenwoordigers van de mensenrechten.

Francisco Barbosa, presidentieel adviseur voor mensenrechten en internationale zaken, verklaarde dat de autoriteiten hebben ontdekt dat de moorden op leiders te wijten zijn aan meerdere factoren, zoals criminele verschijnselen.

“Er is hier geen sprake van uitroeiingsbeleid of systematisch beleid. Er zijn hier verschillende redenen die zich voordoen tegen onze sociale leiders, gekoppeld aan misdaadverschijnselen, dat het idee van systemische aard is moet worden verworpen,” zei Barbosa.