Vijfentwintig landen hebben 80 miljoen dollar vrijgemaakt om het probleem van de landmijnen in Colombia aan te pakken.
De vijfentwintig landen hebben in New York tijdens een bijeenkomst over de ontmijning in Colombia aangegeven hun steun te geven aan het ontmijningsproces in Colombia. Er is voor de komende vijf jaar 80 miljoen dollar vrijgemaakt om het land zoveel mogelijk te ontdoen van landmijnen.
Het initiatief komt van Noorwegen en de VS die het project ‘Global Demining Initiative for Colombia’ hebben opgezet.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry, bondgenoot van Colombia tijdens het vredesproces met de FARC, benadrukte dat de humanitaire ontmijningsproces essentieel is voor de bouw van de vrede. Om die reden is het belangrijk dat dit initiatief wordt genomen, aldus Kerry.
De minister van Buitenlandse Zaken van Noorwegen, Borge Brende, zei op zijn beurt dat wanneer Colombia vrij is van mijnen het pas echt van de vrede kan genieten.
Noorwegen was een belangrijke bemiddelaar tijdens de vredesgesprekken in Havana tussen de Colombiaanse regering en de FARC. “Om potentieel van de vrede te kunnen genieten moet Colombia de mijnen verwijderen”, zei Brende. Noorwegen wil het vredesproces bewaken door het ontmijningsproces te steunen met 22 miljoen dollar.
Op 7 maart 2015 hebben de delegaties van de regering en de FARC een akkoord afgesloten om gezamenlijk het probleem van de landmijnen aan te pakken. De humanitaire ontmijning moet veilige omstandigheden creëren voor de mensen in risicogebieden waar landmijnen liggen of andere explosieve gevaren.