Door een bomaanslag van de laatste actieve linkse rebellengroep ELN, is het olietransport via de tweede grootste oliepijpleiding van het land, de Caño Limón–Coveñas, stopgezet.
De aanslag op de pijpleiding vond plaats in de gemeente El Carmen in de provincie Norte de Santander, dichtbij de grens met Venezuela. De explosie veroorzaakte een grote vervuiling in de nabijgelegen rivier Cimitarra.
De inwoners van het dorpje Guamalito zitten nu zonder water door de vervuiling. De tweeduizend inwoners ontvangen nu twee keer per dag schoon drinkwater door middel van tankwagens.
De productie en de export in het Caño Limon olieveld, uitgevoerd door het Amerikaanse Occidental Petroleum Corp, wordt niet beïnvloed volgens de woorden van het leger en het staatsbedrijf Ecopetrol.
Ecopetrol heeft aangegeven dat een speciaal team van het bedrijf in de omgeving van de explosie actief zijn om schoonmaakactiviteiten uit te voeren. Reparaties aan de olieleiding zullen naar verwachting enkele dagen duren.
Het nationale bevrijdingsleger (ELN), beschouwd als een terroristische groep door de Verenigde Staten en de Europese Unie, heeft de Colombiaanse olie infrastructuur vaak aangevallen tijdens het meer dan vijftigjarig durend conflict met de Colombiaanse regering.
Ondanks de vredesgesprekken die in februari met de regering zijn begonnen, heeft het ELN de aanvallen op oliepijpleidingen voortgezet. ELN verzet zich tegen de aanwezigheid van multinationale bedrijven in de mijnbouw- en oliesector, waarbij zij beweren dat zij natuurlijke hulpbronnen bezitten zonder dat de bevolking of de economie er profijt van heeft.