Burgemeester van Bogotá, Enrique Peñalosa, verbiedt het achterop de motor zitten om de criminaliteit in de hoofdstad te beteugelen.
Brommers en motoren verzamelden zich vrijdag tijdens de spits om het verkeer te blokkeren als protest op het verbod dat hun burgemeester heeft ingesteld. Volgens de lokale media namen drieduizend tot vijfduizend motorrijders deel aan het protest, dat donderdag al begon maar vrijdag van groter omvang was.
De politie greep in en heeft 94 motorfietsen in beslag genomen en volgens de plaatselijke autoriteiten werden 216 mensen beboet.
De motor is niet alleen een populair vervoersmiddel om sneller door de spits te komen maar ook geliefd in de misdaad. Het wordt onder andere gebruikt voor overvallen, straatroven en criminele afrekeningen.
Straatovervallen gepleegd door motorrijders is in de hoofdstad in een jaar tijd gestegen van 3,3% naar 5,6%. Overvallen in de stad zelf zijn met 60% gestegen. Het is daarom dat Peñalosa in Bogotá een verbod voor het ‘achterop zitten’ heeft ingesteld.
De schietende bijrijder was populair in de tijd dat Pablo Escobar de macht had in de Colombiaanse drugshandel. De eerste maatregel werd in de jaren tachtig en begin jaren negentig ingesteld toen Pablo Escobar moordenaars op motoren gebruikte om politici, politieagenten en rivalen te doden.