Na de terroristische aanslag met een autobom op een legerbasis van de 30e brigade van het Colombiaanse leger, is de procureur-generaal begonnen met een onderzoek om informatie te verzamelen en bewijsmateriaal te vinden.
Terwijl het Openbaar Ministerie de rebellen van ELN en de dissidenten de FARC wijst op een mogelijke verantwoordelijkheid voor de aanslag, onderzoekt het parket van de procureur-generaal of de militairen, die de leiding hebben over de veiligheid op de legerbasis, hun werk volledig hebben nageleefd.
Het bureau van de procureur-generaal heeft een disciplinair onderzoek gestart naar mogelijke veiligheidsfouten door het leger zelf, waardoor op 15 juni een autobom kon ontploffen op de legerbasis in Cúcuta. Bij de explosie raakten 36 mensen gewond, waaronder Amerikaans militair personeel.
“Voor het Openbaar Ministerie is het noodzakelijk om het mogelijke verzuim van taken te onderzoeken om de veiligheid van de basis en van het personeel dat daar werkt te waarborgen”, zei de procureur-generaal bij de aankondiging van de opening van het tuchtonderzoek. Het onderzoek is om te bepalen of er daadwerkelijk sprake was van tekortkomingen aan de kant van het veiligheidspersoneel.
Volgens de aanklager Francisco Barbosa verliep de chronologie van de gebeurtenissen als volgt: de witte Toyota Fortuner vrachtwagen reed rond 12:35 uur de militaire basis binnen. De persoon die het voertuig bestuurde, liet de wagen rond 14.45 uur geparkeerd voor de medische kliniek staan en liep vijf minuten later weg. Een eerste explosie vond plaats om 15:01 uur en een tweede om 15:04 uur. Zoals te zien is in beveiligingsvideo’s die door verschillende media zijn onthuld, werd de kofferbak van het busje door een geüniformeerde officier geïnspecteerd en kon de inzittende de militaire basis meer dan twee uur later verlaten zonder te zijn ondervraagd.
Ook het Openbaar Ministerie onderzoekt of aan de veiligheidsprotocollen is voldaan. Echter, generaal Navarro kondigde de volgende dag, 16 juni, aan dat ze het besluit hadden genomen om de personen die verantwoordelijk waren voor de bewaking van de plaats, uit dienst te nemen. Daarnaast kondigde hij aan dat de landmachtinspectie een intern disciplinair onderzoek zou starten.
