Energiebedrijf EPM en het bouwconsortium van het waterkrachtcentraleproject Hidroituango hebben een voorlopige overeenkomst bereikt om het bouwcontract te verlengen.

Na meerdere tegenslagen, waarbij zelfs werd gedacht dat de stekker er werd uitgehaald, bevestigde Empresas Públicas de Medellín (EPM) dat er in de afgelopen uren een overeenkomst was bereikt dat het mogelijk zal maken om het contract te verlengen, dat op 31 december afloopt.

Het is een uitgebreide voorovereenkomst, waarmee het consortium vanaf 1 januari 2022 nog acht maanden de tijd krijgt om verder te werken aan de doelstelling om in het komende jaar een waterkrachtcentrale te hebben die energie opwekt, meldt EPM.

De overeenkomst komt na een reeks van rechtszaken nadat de Colombiaanse Rekenkamer 26 personen en bedrijven financieel verantwoordelijk stelde voor de verliezen van 4,3 biljoen pesos (1,13 miljard dollar) in verband met de bijna-ramp met de Hidroituango-waterkrachtcentrale in april 2018, en stelde zij vier verzekeraars civielrechtelijk aansprakelijk, waaronder de Spaanse verzekeraar Mapfre.

De verlenging van het contract tussen EPM en het bouwconsortium CCCI zou het mogelijk maken om de continuïteit van de werken in de toekomstige waterkrachtcentrale te garanderen en om te voldoen aan de geplande planning voor de start van de commerciële exploitatie van de eerste twee elektriciteitsproductie-eenheden, die in de tweede helft van 2022 klaar moet zijn.