De regionale inheemse raad van Cauca (CRIC) beschreef het besluit van president Ivan Duque om niet deel te nemen aan de open vergadering met de deelnemers van de Minga in het zuidwesten van Colombia als schaamteloos.
In een communiqué bekritiseerde het CRIC dat Duque niet op het plein in de gemeente Caldono was aangekomen, waar 5.000 vertegenwoordigers van de Colombiaanse inheemse bevolking hem verwachtten.
President Duque had voorgesteld om elkaar te ontmoeten in een gesloten ruimte in de buurt van het plein, met beperkte deelname van inheemse woordvoerders. Een paar uur voor de vergadering meldde officier van justitie dat er mogelijk een complot was tegen de president en werd deelname van Duque afgelast.
De regionale inheemse raden die de bijeenkomst hadden georganiseerd, antwoordden dat er in de gemeenschappen geen terroristen, criminelen en infiltranten zijn. “Hier is een waardig volk dat wacht op een dialoog over zaken die ons zorgen baren, zoals de landkwestie en de risico’s voor het leven.”
Zij merkten op dat de Minga (de protesten) geen kwestie van woordvoerders was, maar een collectief mandaat van inheemse volken, boeren en Afro-afstammelingen; vandaar het verzoek om een dialoog in een open vergadering.
De inheemse autoriteiten zeiden dat ze misleid waren, omdat ze de Pan-Amerikaanse snelweg hebben vrijgemaakt, zoals gevraagd om de vergadering te houden die nooit heeft plaatsgevonden.