Colombiaanse regering en FARC-dissidenten bereiken akkoord over staakt-het-vuren

De Colombiaanse regering en de rebellengroep Estado Mayor Central (EMC) zijn overeengekomen om de vredesbesprekingen te hervatten en een staakt-het-vuren van 10 maanden in te voeren.

De guerrillagroep EMC is een groep die bestaat uit strijders van de nu ontbonden FARC en die in de jaren zestig werd gevormd als de gewapende vleugel van de Communistische Partij. De groep bestaat uit linkse rebellen die weigerden de wapens neer te leggen toen het FARC-leiderschap in 2016 een vredesakkoord tekende.

De eerste onderhandelingsronde met de EMC wordt gehouden op 8 oktober in de noordoostelijke stad Tibú, vlakbij de grens met Venezuela. Er zal dan ook op die datum een staakt-het-vuren ingaan. Dat hebben de twee partijen dinsdag aangekondigd.

“Er is overeengekomen om een dialoog op te starten over vrede, op 8 oktober in Tibu”, zo staat in een verklaring van afgevaardigden van president Gustavo Peto en van rebellenchef ‘Ivan Mordisco’.

President Gustavo Petro, zelf een voormalige marxistische rebel, heeft beloofd de historische geweldsspiraal in Colombia te doorbreken. Zijn grootste doel is te streven naar “totale vrede” in het land.

Een eerste reeks gesprekken vond zondag plaats in het zuidwesten van de Cauca-regio in Colombia, waarbij afgevaardigden van de Europese Unie, de Verenigde Naties en de Organisatie van Amerikaanse Staten aanwezig waren.

EMC is de afgelopen jaren steeds machtiger geworden na een vredesakkoord tussen de Colombiaanse regering en de FARC-groep in 2016. De deal leidde ertoe dat maar liefst 7.000 leden hun wapens inleverden en ermee instemden om te proberen te re-integreren in het burgerleven.

Terwijl dit gebeurde, verhoogde het EMC zijn aanwezigheid in gebieden die voorheen door de FARC werden bezet. De regering zei te geloven dat de EMC-groep betrokken was bij cocaïnehandel, illegale mijnbouw en aanvallen op Colombiaanse troepen.

Een eerder staakt-het-vuren met EMC, dat op 31 december 2022 inging, werd in mei opgeschort nadat strijders vier inheemse jongens – tussen 14 en 16 jaar oud – hadden gedood die onder dwang als strijders voor de groep waren gerekruteerd, maar later waren gevlucht.

De dissidente groep zou ongeveer 3.000 leden hebben en is actief in het grootste deel van Colombia, maar zijn bolwerk ligt in de provincies Caquetá, Guaviare, Meta en Putumayo.

Bron :
Foto:eltiempo.com