Het Colombiaanse leger heeft dinsdag een zware slag toegebracht aan het Nationaal Bevrijdingsleger (ELN). Bij een bombardement uitgevoerd door het leger zijn minstens tien rebellen gedood.
Minstens tien ELN-rebellen werden gedood toen het Colombiaanse leger een van hun kampen in het departement Antioquia bombardeerde, meldden de lokale media dinsdag.
In de vroege ochtend van dinsdag 6 maart jl. voerde een legerleiding een militaire operatie uit in het dorp Bejuquillo, in de gemeente Cáceres (Antioquia), waar 10 ELN-rebellen werden gedood en drie gewonde rebellen werden opgepakt.
Volgens minister van Defensie Luis Carlos Villegas maakten de 13 guerrillastrijders deel uit van de rebelleneenheid onder leiding van de regionale ELN-leider “Cachaco”, die ook het bombardement niet overleefde. Villegas voegde er aan toe dat deze groep verantwoordelijk was voor honderden vluchtelingen in de lagere Cauca regio en voor aanvallen op elektriciteitsmasten in Cordoba.
De bombardementen vonden plaats drie dagen voordat ELN’s eenzijdige wapenstilstand in werking zou treden. Het staakt-het-vuren, dat in februari werd aangekondigd, zou tussen 9 en 13 maart moeten duren om “degenen die 11 maart willen stemmen voor de parlementsverkiezingen te respecteren”.
De Colombiaanse president Juan Manuel Santos was positief gestemd over het eenzijdige staakt-het-vuren en zei dat dit precies het soort gebaar is waar we naar op zoek zijn om de vredesgesprekken te hervatten.
De Colombiaanse regering heeft de vredesbesprekingen met het nationale bevrijdingsleger in januari opgeschort nadat het een reeks van aanslagen had gepleegd op politiebureaus en oliepijpleidingen. Deze golf van aanslagen begon vlak na het eindigen van het allereerste bilaterale staakt-het-vuren van beide partijen.