Voormalige FARC-rebellen die ervoor hebben gekozen om zich aan te sluiten bij drugsbendes in plaats van te demobiliseren, zullen de volledige macht van het Colombiaanse leger onder ogen zien, zei president Juan Manuel Santos donderdag.
Meer dan elfduizend guerrillastrijders en aanhangers van de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC) hebben dit jaar hun wapens overgedragen aan de VN zoals afgesproken in het vredesakkoord. Het demobilisatieproces kwam na een conflict van ruim een halve eeuw. Niet alle strijders konden het niet vinden met de afspraken in het vredesakkoord. Volgens de Colombiaanse ombudsman weigerden zo’n achthonderd dissidenten te demobiliseren.
Het leger gaat hard optreden tegen de voormalige FARC-rebellen die zich hebben aangesloten bij criminele organisaties.
“We gaan deze dissidenten aanpakken met alles wat we hebben. Zonder aarzeling”, beloofde president Juan Manuel Santos. FARC-leider Timochenko heeft ook kritiek geuit op de dissidenten. Hij benadrukten dat de FARC nu als politieke beweging verder wil.
Santos zei in zijn toespraak dat bij vergelijkbare vredesakkoorden zo’n 15 procent van de strijders weigerde de wapens neer te leggen. Het aantal FARC-dissidenten ligt lager dan dat percentage, concludeerde de president.
Mensenrechtengroepen en analisten hebben hun bezorgdheid geuit over het feit dat de regering te weinig aanwezig is in de voormalige FARC-gebieden, die nu worden ingenomen door de guerrillastrijders van het Nationaal Bevrijdingsleger (ELN) en criminele bendes. De groepen zijn in deze gebieden in een onderlinge strijd om meer controle te krijgen over de lucratieve cocaproductie en illegale mijnbouw.
Amnesty International zei donderdag in een verslag dat ondanks een daling van het aantal doden, het conflict onder de burgerbevolking in verschillende delen van het land woedt vanwege de aanwezigheid van criminele organisaties en het ELN.