In de eerste negen maanden van 2022 zijn in Colombia meer dan 150 mensenrechtenverdedigers vermoord, aldus het bureau van de ombudsman vrijdag in een rapport.
Het cijfer is hoger dan wat in dezelfde periode in 2021 werd geregistreerd. Tussen januari en september werden 157 activisten vermoord. Een totaal van 109 gevallen werden geregistreerd tijdens die periode in 2021, volgens ombudsman Carlos Camargo. Onder de doden in 2022 waren 51 gemeenschapsleiders, 32 vertegenwoordigers van inheemse groepen en 14 boeren.
“Ik doe nogmaals een beroep op de illegale gewapende groepen om het leven en de integriteit van leiders en mensenrechtenverdedigers te respecteren. Zij spelen een fundamentele rol bij het waarborgen van de rechten van gemeenschappen en het versterken van de democratie in de regio’s,” zei Camargo bij de presentatie van het rapport.
Het geweld in sommige delen van Colombia is toegenomen ondanks een vredesakkoord uit 2016 tussen de regering en de rebellengroep FARC.
Ten minste 10 gewapende groepen in Colombia, waaronder leden van de FARC-rebellen die het vredesakkoord verwierpen en het linkse Nationale Bevrijdingsleger (ELN), zijn nog steeds betrokken bij criminele acties, waardoor Colombia een van de gevaarlijkste landen is voor activisten en mensenrechtenverdedigers.
In een rapport van Global Witness uit 2021 kwam Colombia naar voren als het op één na gevaarlijkste land voor milieuactivisten.
De nieuwe president Gustavo Petro is begonnen met onderhandelingen over de ontwapening van alle rebellengroepen om te komen tot wat hij een “totale vrede” heeft genoemd.