Human Rights Watch (HRW) heeft een nieuw rapport gepubliceerd waarin de ernstige situatie wordt geschetst waarin mensenrechtenactivisten in Colombia verkeren.
In Colombia zijn sinds 2016 meer dan 400 mensenrechtenactivisten gedood. Dat blijkt uit het rapport van HRW dat woensdag is gepubliceerde.
HRW zegt dat Colombia zijn burgers onvoldoende beschermt tegen geweld van gewapende groepen. “Colombia heeft het hoogste aantal gedode mensenrechtenactivisten van alle Latijns-Amerikaanse landen de afgelopen jaren, maar het antwoord van de regering bestond slechts uit woorden, maar weinig uit zinvolle actie”, aldus de directeur voor Amerika van de ngo, Jose Miguel Vivanco. Hij zei dat president Ivan Duque moorden vaak veroordeelt, maar zelden optreedt tegen gewelddadige groepen.
“De regering van president Iván Duque veroordeelt deze moorden vaak, maar de meeste regeringsprogramma’s om deze moorden te voorkomen werken nauwelijks of vertonen ernstige tekortkomingen,” voegde hij eraan toe.
“De regering heeft troepen ingezet in veel gebieden, maar heeft niet tegelijkertijd het rechtssysteem versterkt of gezorgd voor voldoende toegang tot economische en onderwijskansen en openbare diensten,” vervolgde hij.
Na de ondertekening van het vredesakkoord in november 2016 tussen de regering van Juan Manuel Santos en de ex-guerrilla FARC (Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia), zijn meer dan 400 sociale leiders en mensenrechtenverdedigers gedood omdat zij vrijwillig de functies van de staat vervulden.
Na het akkoord vechten gewapende groepen voor de controle over de voormalige invloedsgebieden van de vroegere guerrillabeweging. “Het falen van de autoriteiten om effectieve controle uit te oefenen en een civiele aanwezigheid van de staat op poten te zetten in veel gebieden die van de FARC zijn teruggewonnen, heeft deze dynamiek in belangrijke mate mogelijk gemaakt”, aldus HRW.