De politieke oppositie, onder leiding van voormalig president Alvaro Uribe, protesteerden dit weekend in Colombia. Tienduizenden mensen gingen de straat op om hun ontevredenheid te uiten over de regering van president Juan Manuel Santos, zoals de vredesonderhandelingen met linkse guerrillagroepen, lastenverzwaring en corruptie.
Lange rijen mensen marcheerden zaterdag in verschillende steden om te protesteren tegen de beslissingen die de regering heeft genomen in het vredesproces met de linkse guerrillagroepen. De demonstranten hadden ook kritiek op de verkoop van het elektrische staatsbedrijf Isagen, corruptie, de arrestaties van aanhangers van Uribe en lastenverzwaringen.
Uribe, die president was van 2002-2010, is een senator van de oppositiepartij Democratische Centrum Partij en trekt nog steeds sterke steun van de kiezers in enquêtes.
De voormalige president zei tijdens de mars in de stad Medellín, dat zolang er “straffeloosheid” is voor “drugsterrorisme”, Colombia niet het geweld van de afgelopen decennia achter zich neer kan leggen.
Zijn grootste kritiek is op het vredesproces tussen de regering en de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC). Uribe vindt dat het vredesakkoord de rebellen niet voor hun daden straft.
De Colombiaanse regering en de FARC zijn in Havana sinds november 2012 in een vredesonderhandeling die gericht is op een einde te maken aan een meer dan 50-jarige gewapend conflict.
Uribe riep de Colombianen op de democratie te verdedigen, te vechten tegen de corruptie en de regering te voorkomen het land uit handen te geven aan terroristen tijdens het vredesproces.
“Laten we hopen dat deze mars ons zal helpen bewust te worden van de schade die straffeloosheid voor drugsterrorisme doet aan ons bestaan. Ze geven straffeloosheid aan de ene groep terwijl de andere weer verschijnt, en Colombia zal nooit meer uit het geweld komen”, zei Uribe.