De Colombiaanse oppositie stelde dinsdag een adviseur van voormalig president Alvaro Uribe aan de kaak voor haar mogelijke deelname aan het kopen van stemmen voor de verkiezingen van 2018 ten gunste van de huidige president Ivan Duque.

Senator Iván Cepeda, van de oppositie Polo Democrático, heeft bij de procureur-generaal een klacht ingediend wegens verkiezingsfraude tegen María Claudia Daza, die maandag ontslag nam als adviseur van de huidige senator Uribe.

Maria Claudia Daza coördineerde naar verluidt het kopen van stemmen in het noorden van Colombia met Jose Guillermo Hernandez, de vermeende witwasser van de drugshandelorganisatie van Marquitos Figueroa. Hernandez werd vorig jaar mei in Brazilië vermoord.

Naar aanleiding van vrijgegeven materiaal door de krant “La Nueva Prensa” heeft het Openbaar Ministerie een onderzoek geopend naar een moord in de stad Barranquilla die wordt toegeschreven aan Jose Guillermo Hernandez die zijn gesprekken had opgenomen.

De door de krant onderschepte gesprekken is Jose Guillermo Hernandez, alias Ñeñe, en een vrouw, die naar verluidt Daza was, te horen. De twee praten over een vermeende aankoop van stemmen voor de campagne van Ivan Duque. Maria Claudia Daza heeft ontkend de vrouw op de opname te zijn.

In de opnames zegt Hernandez tegen zijn gesprekspartners dat hij in opdracht van Uribe de spil zal zijn van operatie om stemmen te kopen voor Duque in het noorden van Colombia.

Senator Alvaro Uribe gaf op Twitter toe dat Maria Claudia Daza de vrouw was in de opnamen en dat het een ‘groot misbruik’ zou zijn in de richting van Duque, zijn transparantie, en zichzelf (Uribe). Hij zei dat Daza zonder zijn toestemming het heeft gedaan.

In reactie op de onderschepte opnames ontkende de president Ivan Duque dat drugshandelaar Jose Hernandez zijn presidentiële campagne van 2018 heeft gefinancierd.

“Ik heb meneer Hernandez nooit gevraagd om te helpen voor mijn campagne. Ook zijn er geen bijdragen van de heer Hernandez aan mijn campagne… Ik heb nooit geweten dat er onderzoeken tegen hem waren,” zei Duque.

Toch erkende Duque dat hij de ouders van de overleden drugshandelaar ontmoette op een reis die hij maakte naar de stad Valledupar in 1995, wat zijn “eerste en enige bezoek” was.

“Ik heb Jose Hernandez niet ontmoet bij die gelegenheid, maar in een paar openbare bijeenkomsten die de afgelopen vier jaar zijn gehouden. Ik heb met hem geen ‘vriendschap’ ontwikkeld zoals ze zeggen”, betoogde de Colombiaanse president.

Wat betreft de foto’s van hun vermeende “hechte vriendschap”, zei Duque dat hij met veel mensen op de foto staat. “De foto’s die zijn gepost met de heer Hernandez waren op openbare evenementen.”