President Gustavo Petro zal Omar Andres Camacho benoemen tot nieuwe minister van Mijnbouw en Energie, na het aftreden van voormalig minister Irene Velez vorige week.
Camacho staat voor de uitdaging om het doel van Petro te realiseren, namelijk Colombia loskoppelen van de olieproductie en -export, een belangrijke bron van inkomsten voor het land en tevens zorgt voor frictie tussen de regering en de industrie.
Camacho werd al eerder genoemd als de volgende in de rij om het Nationaal Agentschap voor Koolwaterstoffen over te nemen.
Velez is afgetreden nadat twee staatsagentschappen een onderzoek tegen haar hadden geopend in verband met beschuldigingen dat ze zou hebben gemanipuleerd met haar invloed. Ze heeft gezegd dat ze zal reageren op de autoriteiten als dat nodig is.
De echtgenoot van Velez, Sjoerd van Grootheest, een Nederlandse documentairemaker, ontving van het ministerie een subsidie van 129 miljoen pesos (ongeveer 36.000 euro) voor een communicatieproject. Bij die toekenning zou Velez volgens haar politieke tegenstanders betrokken zijn geweest, direct of indirect. Belangenverstrengeling dus, roepen critici.
Minister Velez ontkent dit met klem, maar maakte vorige week woensdag via Twitter haar ontslag bekend. ‘Ik besluit af te treden als minister om te voorkomen dat de onderzoeken tegen mij de uitvoering van het regeringsprogramma verstoren’, meldde ze. ‘Ik wil president Gustavo Petro bedanken voor zijn vertrouwen, waardoor ik een historisch etnocentrische en patriarchale sector kon leiden.’
Voor de nieuwe minister is het nu een zaak om het stokje van Velez over te nemen en een energietransitie in het land door te voeren.
In mei bedroeg de nationale olieproductie van Colombia gemiddeld 773.789 vaten per dag (bpd), volgens officiële cijfers. Ecopetrol, dat voor het grootste deel in handen is van de staat, produceert het leeuwendeel van de Colombiaanse olie en is het grootste bedrijf van het land.
Petro heeft ook steun gezocht voor traditionele, ambachtelijke mijnwerkers in plaats van grootschalige producenten, met name in de goudindustrie, en heeft eerder steenkool naast olie aangevallen als vergif.
