Ik wil dat Ivan Mordisco levend gevangen wordt genomen, niet gedood. Hij zou mij gesteund hebben bij de presidentsverkiezingen van 2022. Ik wil dat deze beweringen worden opgehelderd”, zegt Gustavo Petro.

De Colombiaanse president Gustavo Petro heeft de arrestatie bevolen van Ivan Mordisco, een voormalige leider van de Revolutionaire Strijdkrachten (FARC) rebellen met wie de staakt-het-vuren gesprekken zijn opgeschort.

Petro sprak de wens uit dat hij levend gevangen wordt genomen en ter verantwoording wordt geroepen: “Ik wil dat Ivan Mordisco levend gevangen wordt genomen, niet gedood. Hij zou me gesteund hebben bij de presidentsverkiezingen van 2022. Ik wil dat deze beweringen worden opgehelderd.”

Petro, een voormalige militant, herinnerde iedereen eraan dat ze 30 jaar geleden hun wapens hebben neergelegd en hun belofte van vrede zijn nagekomen.

Petro waarschuwde gewapende individuen die verbonden zijn aan Estado Mayor Central (EMC) door te zeggen: “Jullie moeten weten hoe jullie nu beslissingen moeten nemen. Of je volgt het pad van Pablo Escobar, dan zal de staat je confronteren, of je kiest het pad van het dienen van het volk.”

Eerder op woensdag zei Mordisco: “Toen we je steunden tijdens de campagne waren we geen drugsdealers.”

“Hij (Petro) heeft ons verraden, hij heeft de mensen verraden die hem steunden voor zijn progressieve en vredesdiscours, vandaag promoot hij oorlog en kapitalisme,” schreef hij op X.

“De FARC sloot vrede en de bestuurder behield de handel. Nu vermoordt hij boerenleiders, vermoordt hij mensen en heeft hij het over revolutie”, voegde de voormalige guerrillaleider eraan toe.

De regering heeft dinsdag een bilateraal staakt-het-vuren met de rebellengroep in drie delen van het land opgeschort na de laatste aanval tegen de inheemse bevolking in de Colombiaanse Cauca regio, waarbij afgelopen weekend een lokale leider om het leven kwam en twee anderen gewond raakten.

Sinds Petro besloot om de wapenstilstand te beëindigen, zijn er meerdere botsingen geweest tussen de groep en het leger.

De regering van Petro begon vorig jaar vredesonderhandelingen met FARC-rebellen die zich niet hielden aan een overeenkomst die in 2016 werd ondertekend met de grotere FARC-groep.

Als onderdeel van de besprekingen kondigden de twee partijen op 17 oktober een bilateraal en tijdelijk staakt-het-vuren af, dat in januari met zes maanden werd verlengd, tot 15 juli.