Vandaag bevestigde president Gustavo Petro de opschorting van het staakt-het-vuren met de dissidenten van de gedemobiliseerde FARC-guerrillastrijders Estado Mayor Central (EMC), onder bevel van ‘Iván Mordisco’.

Deze beslissing werd genomen uren nadat leden van deze guerrilla een willekeurige gewapende aanval hadden gepleegd tegen een groep leden van de gemeenschap in de gemeente Toribío, departement Cauca, waarbij verschillende gewonden vielen, waaronder een bewaker en leider van het Nasa-volk van Toribío Carmelina Yuli Pavi en gemeenschapslid Rodrigo Ul Musique.

Bij een aanval door FARC-dissidenten op de inheemse garde in het dorp La Palma, gemeente Toribío, Cauca, raakten drie inheemse mensen gewond toen ze probeerden een lid van de gemeenschap te redden dat was ontvoerd door het Dagoberto Ramos Front, dat onderdeel is van EMC.

Het incident vond plaats toen de inheemse garde zich mobiliseerde om het gemeenschapslid te bevrijden en werd verrast door een gewapende aanval in het dorp El Manzano, waarbij drie leden van de gemeenschap ernstig gewond raakten. De Regionale Inheemse Raad veroordeelde de aanval en uitte zijn bezorgdheid over het voortduren van het geweld te midden van pogingen tot dialoog tussen gewapende groepen en de nationale regering.

President Petro verklaarde dat de aanval in strijd was met de bilaterale en tijdelijke wapenstilstandsovereenkomst die met deze dissidenten was bereikt, onder leiding van Iván Mordisco, en die in januari met zes maanden was verlengd, geldig tot 15 juli.