President Santos heeft een lijst van 20 leden van criminele bendes gepresenteerd. Deze personen zijn de 20 meest gezochte criminelen van het land, waaronder
voor Otoniel een beloning staat van 3 miljard pesos.
President Juan Manuel Santos presenteerde maandag het rapport over de verschillende acties die het leger uitvoert tegen het geweld van criminele organisaties en publiceerde foto’s van de 20 meest gezochte leden van criminele bendes.
“De lijst wordt natuurlijk geleid door Otoniel, met een beloning van maximaal 5 miljoen dollar voor wie de juiste informatie geeft die leidt tot zijn gevangenneming,” zei de president.
De president nodigde de leden van de criminele bendes uit om zich te onderwerpen aan het rechtssysteem en waarschuwde dat ze anders worden geconfronteerd met de kracht van de autoriteiten.
Dit zijn de 20 meest gezochte criminelen door de Colombiaanse overheid:
Dairo Antonio Úsuga David, alias Otoniel, de hoogste leider van ‘clan Úsuga’. Hij heeft een beloning boven zijn hoofd hangen van 3 miljard pesos en nog eens 5 miljoen dollar door de Amerikaanse overheid.
De tweede in bevel van de clan Úsuga is Roberto Vargas Gutierrez, alias Gavilan met een beloning van 500 miljoen pesos.
Op dezelfde lijst van een beloning van 500 miljoen pesos staan Carlos Antonio Moreno Tuberquia, alias ‘Nicolas’; Aristides Manuel Meza Paez, ‘El Indio’ en Luis Orlando Padierna Peña, alias ‘Engeland’.
Op de lijst van een beloning van 150 miljoen pesos staan:Fernando Oquendo, die bekend staat als ‘Bigotes’, Uldar Cardona Rueda, alias Pablito; Devis Johan Barragan Blanco alias Cobra 02 en Jose Emilson Córdoba alias ‘Negro Perea.
Op de lijst van een beloning van 115 miljoen pesos staan: Emilio José Córdoba Mosquera, ‘Taison’; Edgar Gutiérrez Arenas, alias Tomas; Fernely Guevara Perez, alias Manuel; Angel Martinez Murillo, ‘Licinio’; Efren Gutierrez Vargas ‘Culo de toro’; Omar Noguera Camacho, alias Boyaco; Eber Enrique Monterrosa Ramos, ‘Furia’; Dairon Manuel Plata Julio, alias Balotelli; Jhon Jairo Alvarez Buelvas, alias 010 en Jose Horacio Osorio Bello, ‘Seis Siete’.