Het Britse tijdschrift The Economist heeft Colombia gekozen als het land van het jaar. De prijs is toegekend aan het land voor het bereiken van vrede na meer dan een eeuw van conflicten.
Elk jaar maakt The Economist het land van het jaar Award bekend. Dit jaar verkoos het Britse tijdschrift Colombia vanwege haar ‘kolossale prestatie’ om vrede te bereiken in het land.
Het land dat vier jaar heeft onderhandelt in Havana met de guerrillabeweging FARC, bereikte op 24 augustus een vredesakkoord. Het verdrag werd op 25 september onder grote internationale aandacht ondertekend door president Juan Manuel Santos en FARC-leider Rodrigo Londoño. Nog geen week later werd het vredesakkoord in een referendum door een kleine meerderheid van de stemmers verworpen. De belangrijkste reden voor de tegenstemmers waren de te milde straffen voor de FARC-strijders die in het akkoord beschreven stonden. Met aandacht voor de eisen van de tegenstemmers kwam er uiteindelijk een aangepast vredesakkoord dat uiteindelijk op 24 oktober werd ondertekend. Zonder een referendum werd het nieuwe akkoord goedgekeurd door het senaat en het congres van Colombia. Op 1 december werden de afspraken in het verdrag in verwerking gesteld waaronder de ontwapening en demobilisatie van de guerrillabeweging FARC.
“Een land hoeft niet per definitie rijk en vredig te zijn om in aanmerking te komen voor deze award. We richten ons op het erkennen van de verbetering en de ontwikkeling. Vorige winnaars waren onder andere Myanmar en Tunesië, die zich hebben bevrijd van de tirannie en zich richten op het opbouwen van iets dat lijkt op een democratie”, aldus het tijdschrift.
The Economist zegt dat, net als de meeste vredesverdragen, het akkoord van Colombia niet perfect is, maar de vrede altijd beter is dan het alternatief oorlog.
Onder de deelnemers voor de award waren dit jaar Estland, een van de armste landen in de regio en waarvan de studenten als beste in de PISA-testen scoorden, IJsland voor de economische groei, China vanwege de vermindering van uitstoot van gassen, Taiwan voor het zich staande houden tegen de druk van China en Canada voor haar open beleid voor immigranten.