Voormalige commandanten van de inmiddels ontbonden rebellengroep FARC, hebben voor het eerst hun verontschuldigingen aangeboden voor de ontvoeringen die zij tijdens het gewapende conflict hebben gepleegd.
Acht voormalige commandanten van de gedemobiliseerde FARC-rebellen vroegen maandag om vergiffenis voor de ontvoeringen die de rebellengroepering tijdens het gewapende conflict in het land had begaan en zeiden dat ze de ernstige vergissing betreurden.
Het is de eerste keer sinds het vredesakkoord van november 2016 tussen de regering en de gedemobiliseerde FARC dat een groep voormalige bevelhebbers, waaronder voormalig leider Rodrigo Londoño, bekend onder de naam ‘Timochenko’, om vergiffenis heeft gevraagd en heeft toegegeven dat ze fouten hebben gemaakt.
“We zijn hier om in het openbaar vergeving te vragen aan al onze slachtoffers en hun families uit de grond van ons hart”, zeiden de huidige leden van de politieke partij FARC in een verklaring. “De ontvoeringen waren een ernstige vergissing waarvoor we ons alleen maar kunnen verontschuldigen,” zeiden ze.
De Colombiaanse regering en mensenrechtenorganisaties beschuldigen de gedemobiliseerde guerrillastrijders ervan dat ze duizenden burgers en leden van de strijdkrachten hebben ontvoerd tijdens het meer dan 50 jaar durend conflict waarbij 260.000 mensen zijn omgekomen en miljoenen ontheemd zijn geraakt.
De leden van de politieke partij FARC hebben toegegeven dat de ontvoeringen de getroffenen diep hebben verwond en hun legitimiteit en geloofwaardigheid onherstelbaar hebben geschaad door hun slachtoffers hun waardigheid en vrijheid te ontnemen.
De leiders van de FARC herhaalden hun inzet en bereidheid om tijdens de rechtszittingen te getuigen over wat er tijdens het conflict is gebeurd en om uitleg te geven aan de Colombiaanse samenleving.
Voormalige rebellenleiders zijn bezig met het afleggen van getuigenissen in het tribunaal voor speciale rechtspraak voor de vrede (JEP). Misdaden die door alle partijen in het gewapende conflict in Colombia zijn gepleegd, worden behandeld door het vredestribunaal, een overgangsrechtsysteem dat is opgezet als onderdeel van het vredesakkoord. Het JEP wil alle tijdens het conflict gepleegde misdaden aan het licht brengen en biedt daartoe mildere straffen voor degenen die hun misdaden op voorhand toegeven.