De twee landen die bemiddelen in de Colombiaanse vredesgesprekken zeggen dat de onderhandelingen woensdag weer zijn begonnen nadat vorige week de spanningen opliepen toen onderhandelaars van de FARC in het openbaar verschenen begeleid door gewapende en geüniformeerde guerrillastrijders.
“Er is een overeenkomst bereikt om de recente problemen te overwinnen en om de gesprekken in Havanna tussen de partijen weer te normaliseren”, aldus de verklaring van de vertegenwoordigers van Cuba en Noorwegen, het zogeheten borgen van de Colombiaanse gesprekken.
Een akkoord werd bereikt nadat de ministers van Buitenlandse Zaken van Cuba en Noorwegen intervenieerden tussen de Colombiaanse regering en de onderhandelaars van de rebellen, aldus de verklaring.
De regering van president Juan Manuel Santos en de linkse rebellen van de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia, FARC, zijn in Havana voor meer dan drie jaar in onderhandeling over een vredesakkoord en hebben zichzelf een deadline opgelegd op 23 maart deadline om een alomvattende pact te bereiken.
Het gewapend conflict in Colombia duurt al meer dan 50 jaar en is daarmee een van de oudste van Latijns-Amerika. Er vielen al meer dan 220.000 doden, tienduizenden mensen zijn vermist en zes miljoen op de vlucht. De twee partijen proberen een vredesakkoord te bereiken dat vervolgens goedkeuring vereist van het Colombiaanse volk door middel van een referendum.
Noorwegen biedt diplomatieke steun en Cuba fungeert als gastheer voor de onderhandelingen. De Verenigde Staten, die miljarden dollars heeft gepompt in Colombia om de illegale drugshandel te bestrijden, is ook achter de schermen aanwezig ter ondersteuning van de gesprekken door middel van een speciale gezant.
Zowel de regering en de rebellen hadden een deadline aangegeven op 23 maart maar of die datum gehaald wordt blijft nog een vraag. President Santos blijft druk uitoefenen om de streefdatum aan te houden.
Onenigheid ontstond vorige week na een vertoning van de FARC in het departement Guajira waar FARC-onderhandelaars in gezelschap waren met gewapende guerrillastrijders. De Colombiaanse regering zag dit als een provocatie.
Drie leden van het onderhandelingsteam van de FARC had toestemming gekregen om naar het noorden van La Guajira te reizen om details van een akkoord aan de FARC-leden uit te leggen, maar de regering zei dat ze terug moesten keren omdat ze de voorwaarden hadden overtreden waaronder in aanwezigheid zijn van gewapende strijders in openbare evenementen.
Santos heeft eventuele verdere bezoeken geschorst en vroeg het Internationale Comité van het Rode Kruis te helpen de FARC vertegenwoordigers onmiddellijk terug te laten keren naar Cuba.