Het onderhandelingsteam van het vredesproces tussen de Colombiaanse regering en de guerrillabeweging FARC hebben de Nationale Vredesprijs gewonnen.

Hoofdonderhandelaar van de Colombiaanse regering Humberto de la Calle en Iván Márquez, hoofdonderhandelaar van de guerrillabeweging FARC waren donderdag in het nationale museum van Bogotá om de prijs in ontvangst te nemen.

De prijs is toegekend aan het hele onderhandelingsteam van zowel aan de kant van de Colombiaanse regering als van de FARC. Het team heeft 4 jaar in Havana, Cuba, met elkaar onderhandeld en bereikte op 24 augustus een vredesakkoord. Het akkoord werd op 26 september in aanwezigheid van tal van internationale hoogwaardigheidsbekleders ondertekend. Het vredesakkoord werd door een kleine meerderheid van het volk verworpen tijdens een referendum op 2 oktober. De tegenstemmers vonden de overeenkomst te gunstig uitpakken voor de guerrilla’s. Na overleg werd op 12 november een nieuw akkoord bereikt. Het nieuwe vredesakkoord werd op 24 november tijdens een sobere ceremonie in het Colón Theater in Bogotá ondertekend door president Juan Manuel Santos en FARC-leider Rodrigo Londoño. Afgelopen week werd het aangepaste akkoord goed gekeurd door het senaat en het congres van Colombia.

Nog geen dag na de instemming van het Colombiaans congres met het nieuwe vredesakkoord kreeg het Havana onderhandelingsteam de Nationale Prijs voor de Vrede. Hoofdonderhandelaars Humberto de la Calle en Iván Márquez gaven aan dat het een belangrijke dag was om deze prijs te ontvangen maar ook dat het D-day is voor de vrede. Uitgesproken op deze dag 1 december zal guerrillabeweging FARC beginnen met het ontwapenings- en demobilisatieproces. Onder toezicht van de Verenigde Naties zal de beweging na 180 dagen geheel ontwapend en gedemobiliseerd zijn.

Este Premio Nacional de Paz es el reconocimiento al deseo d un país que busca dejar atrás un pasado doloroso para construir una mejor Nación pic.twitter.com/TjddpIupX2

— Equipo Paz Gobierno (@EquipoPazGob) 2 december 2016

De regering heeft de start van het vredesproces met de linkse guerrillabeweging ELN uitgesteld tot 10 januari 2017. De reden voor het uitstel is omdat het Nationaal Bevrijdingsleger (ELN) nog steeds hun gijzelaar Odín Sánchez niet heeft vrijgelaten.

De regering hoopt dat het ELN stopt met ontvoeringen en dat ze tijdens deze weken voormalig congreslid Odín Sánchez vrijlaat om de vredesbesprekingen te kunnen laten beginnen.

President Juan Manuel Santos en de rebellen van het ELN hadden in maart de plannen klaar voor een vredesproces. Echter, de onderhandelingen zijn tot op heden nog niet van de grond gekomen. De vredesgesprekken zouden in eerste instantie op 27 oktober beginnen op voorwaarde dat het ELN hun gijzelaar Odín Sánchez vrijlaten. Tot op heden houden ze het voormalig congreslid vast.

Het ELN is na de FARC de grootste guerrillabeweging in Colombia. Met laatstgenoemde stemde donderdag het Colombiaanse congres, zonder één tegenstem, in met het herziend vredesakkoord, zoals dat vorige week door de regering en de rebellengroep FARC werd ondertekend.

Het Colombiaanse congres heeft woensdag ingestemd met het nieuwe vredesakkoord tussen de regering en de guerrillabeweging FARC. De burgeroorlog die ruim een 50 jaar duurde, is daarmee nu officieel voorbij.

Het nieuw vredesakkoord is een aangepast vredesakkoord dat op 12 november is bereikt. Het eerste akkoord werd door een kleine meerderheid van het volk verworpen tijdens een referendum op 2 oktober. De tegenstemmers, onder leiding van ex-president Alvaro Uribe, vonden dat de vorige overeenkomst te mild was voor de guerrilla’s. Na overleg werd op 12 november een nieuw akkoord bereikt en werd vorige week in Bogotá door president Juan Manuel Santos en Rodrigo Londoño namens de FARC ondertekend.

Het akkoord werd gisteren met 130-0 goedgekeurd in het parlement, nadat het een dag eerder al met 75-0 was aangenomen in de senaat.

Met de ratificatie begint een traject van zes maanden waarin de 7000 strijders onder toezicht van de Verenigde Naties de wapens neerleggen en de FARC zich omvormt tot een politieke partij.

Het vliegtuig dat maandagavond neerstortte in Colombia had te weinig brandstof aan boord. Dat blijkt uit geluidsopnames die in de zwarte dozen van het toestel zijn teruggevonden.

Het toestel stortte dinsdag neer in bergachtig gebied bij Medellín. Bij de vliegtuigcrash zijn 71 inzittende om het leven gekomen. In het toestel zaten onder meer spelers van de Braziliaanse voetbalclub Chapecoense, een ploeg uit de hoogste voetbaldivisie in Brazilië en journalisten.

Op de tape is een piloot hoorbaar die herhaaldelijk om toestemming vraagt om te landen vanwege elektronisch falen en een tekort aan brandstof.

,,Het gaat mis, LAMIA 933 heeft totale storing, elektrisch systeem ligt er helemaal uit, geen brandstof meer”, zegt de gezagvoerder van ramptoestel tegen de luchtverkeersleider op het vliegveld van Medellín en hij vraagt met voorrang te mogen landen. Net voordat de tape eindigt, zegt de piloot dat hij op een hoogte van 2743 meter vliegt.

In de opname is te horen hoe de piloot de verkeerstoren in Medellín herhaaldelijk om toestemming vraagt om zo snel mogelijk te mogen landen vanwege een technisch mankement en een tekort aan brandstof. ,,Het gaat mis, LAMIA 933 heeft totale storing, elektrisch systeem ligt er helemaal uit, geen brandstof meer”, zegt de gezagvoerder van ramptoestel tegen de luchtverkeersleider op het vliegveld van Medellín en hij vraagt met voorrang te mogen landen. Net voordat de tape eindigt, zegt de piloot dat hij op een hoogte van 2743 meter vliegt.

Een copiloot van een vliegtuig dat in de buurt was, vertelde al eerder hij had opgevangen dat de tanks van de LAMIA-charter leeg waren geraakt. ,,Mayday mayday …Help ons de landingsbaan te bereiken … Help, help”, had deze collega van de vliegmaatschappij Avianca op zijn koptelefoon gehoord. ,,Toen hield het op en begonnen we allemaal te huilen”, zegt hij tegen de lokale media.

Vliegtuigen dienen genoeg brandstof aan boord te hebben om zeker drie kwartier door te vliegen naar de dichtstbijzijnde luchthaven. Een uitgebreid onderzoek gaat de komende maanden op zoek naar achterliggende informatie rondom de rampvlucht.

Het nieuwe bankbiljet van 2.000 pesos is deze week door de nationale bank van Colombia in circulatie gebracht. Het nieuwe bankbiljet werd halverwege november gepresenteerd en is dinsdag officieel in omloop gebracht.

Op de voorzijde van het bankbiljet is de Colombiaanse schilder Débora Arango geportretteerd. Zij wordt gezien als de pionier van de moderne kunst in Colombia.

De achterzijde laat een landschap zien van Colombia’s mooiste rivier, Caño Cristales. Het word ook wel de rivier van de vijf kleuren genoemd. Tijdens de maanden juli tot november bloeit de rivier op door groene, gele, zwarte, blauwe en vooral rode algen die de rivier een adembenemende vertoning geven.

Het nieuwe bankbiljet van 2.000 pesos maakt deel uit van een nieuwe reeks bankbiljetten die door de nationale bank van Colombia dit jaar in circulatie zijn gebracht. Dit jaar zijn vijf nieuwe bankbiljetten in omloop gebracht; 100.000 pesos, 20.000 pesos, 50.000 pesos, 5.000 pesos en 2.000 pesos.

Het biljet van 2.000 pesos werd dinsdag officieel gepresenteerd in het huis van  Débora Arango, dat gevestigd is in de gemeente Envigado in het departement Antioquia.