De balans van het leger laat een aanzienlijke toename van de operaties zien, met de nadruk op de bestrijding van illegale economieën en het reageren op noodsituaties op milieugebied.

In 2024, een jaar dat gekenmerkt werd door de intensivering van het conflict, registreerden de Colombiaanse strijdkrachten een toename van 52% in de strijd tegen illegale gewapende groeperingen.

Deze aanzienlijke toename komt neer op bijna één gevecht per dag, met een totaal van 447 gevechten over het hele jaar.

De toename van de vijandelijkheden wordt voornamelijk toegeschreven aan de reactivering van de oorlog tegen de strijdkrachten onder leiding van Iván Mordisco, een voormalige FARC-leider die nu aan het hoofd staat van een groep FARC-dissidenten genaamd Estado Mayor Central.

De troepen van het leger concentreerden hun inspanningen op het indammen van de uitbreiding van Estado Mayor Central en boekten opmerkelijke resultaten in departementen als Arauca, Cauca, Norte de Santander en Bolívar.

De militaire strategie concentreerde zich op het aanpakken van illegale economieën, waarbij activiteiten als drugshandel, illegale mijnbouw, ontvoering, afpersing en witwassen werden aangepakt.

Als gevolg van deze operaties werd ongeveer 560 ton cocaïne en 100 ton marihuana in beslag genomen, wat een zware klap betekende voor de financiën van gewapende groepen.

Op humanitair gebied speelde de luchtmacht een cruciale rol, met meer dan 237 vlieguren voor het vervoer van personeel, voedsel en medicijnen tijdens milieurampen.

Daarnaast werden er bosbrandbestrijdingsoperaties vanuit de lucht uitgevoerd, waarbij gebruik werd gemaakt van gespecialiseerde apparatuur zoals de Bambi Buques, MAF-2 en Guardian Kailin.

Het verlies aan mensenlevens in die toename in militaire operaties waren echter aanzienlijk. Meer dan 70 geüniformeerde personeelsleden verloren het leven tijdens de gevechten en nog eens 284 raakten gewond tijdens de gevechten.

Deze jaarlijkse balans benadrukt de complexiteit van het veiligheidslandschap in Colombia, waar de strijdkrachten op meerdere fronten voor uitdagingen blijven staan. De strijd tegen illegale gewapende groeperingen en hun illegale economische activiteiten blijft een prioriteit, terwijl de inzet voor humanitaire hulp en aandacht voor noodsituaties op milieugebied doorgaat.

De toegenomen intensiteit van de gevechten doet vragen rijzen over de evolutie van het conflict in het land en over toekomstige strategieën om de nationale veiligheid aan te pakken, waarbij gezocht wordt naar een evenwicht tussen militaire operaties en het zoeken naar vreedzame oplossingen voor de lange termijn.

Vandaag is het Carnaval de Negros y Blancos begonnen in Pasto. Het Carnaval van Zwarten en Blanken, of “Carnaval de Negros y Blancos,” is een jaarlijks cultureel feest in Pasto, Nariño, Colombia. Het evenement is door UNESCO erkend als Cultureel Erfgoed van de Mensheid en loopt van 2 tot 7 januari. Het is een belangrijk cultureel evenement dat het rijke erfgoed en de diversiteit van de regio belichaamt.

Het carnaval van de zwarten en blanken gaat terug tot het koloniale tijdperk, toen tot slaaf gemaakte zwarte mensen een dag van vrijheid kregen op 5 januari. Het festival is echter ook terug te voeren op lokale inheemse oogsttradities. In de loop der tijd werd het feest een mix van Afrikaanse, inheemse en Spaanse invloeden, wat de diversiteit van de Colombiaanse cultuur symboliseert.

Het carnaval biedt een scala aan activiteiten. Het pre-carnaval eind december leidt tot de Carnavalito, een tweedaags evenement voor kinderen met kostuums en parades. Op 4 januari wordt in de “Desfile de la Familia Castañeda” (“Optocht van de familie Castañeda”) op humoristische wijze de aankomst van een fictieve familie in Pasto uitgebeeld.

5 januari is “Día de Negros” (“Dag van de Zwarten”), waarbij deelnemers elkaar zwart schilderen om het Afro-Colombiaanse erfgoed te eren. Daarna volgt op 6 januari de “Día de Blancos” (“Dag van de blanken”). Dit is het hoogtepunt van het festival en wordt gekenmerkt door uitgebreide optochten, praalwagens en kostuums. Straten worden bedekt met wit schuim en poeder. Het feest wordt afgesloten met de “Castillos de Fuego” (“Vuurkastelen”) waar beeltenissen worden verbrand en vuurwerk wordt afgestoken.

Een onderscheidend kenmerk van het carnaval is het schilderen van lichamen in zwart en wit, wat raciale harmonie en culturele integratie symboliseert. Deze handeling, samen met de optocht van praalwagens, vormt het hoogtepunt van het festival. Daarnaast eert het evenement het culinaire erfgoed van de regio, vooral op de “Dag van de Cavia”, waarop deze lokale delicatesse in de schijnwerpers staat.

Bezoekers aan Pasto kunnen tijdens het carnaval deelnemen aan verschillende activiteiten naast het hoofdevenement. De stad biedt historische en culturele bezienswaardigheden, waaronder het heiligdom van Las Lajas en de lagune La Cocha. Het Carnavalmuseum biedt interessante inzichten in de geschiedenis van het festival, terwijl het proeven van de lokale keuken bezoekers een ander voorproefje geeft van de samensmelting van de verschillende culturele invloeden van de regio.

De regering heeft vandaag de Presupuesto General de la Nación (PGN) ofwel de nationale begroting voor het land voor het fiscale jaar 2025 goedgekeurd, die is vastgesteld op 511 biljoen pesos (met de huidige koers ongeveer 111,48 miljard euro). Dit bedrag zal worden gebruikt om de operationele, investerings- en schuldendienstuitgaven van de algemene begroting van het land te dekken, wat overeenkomt met de periode van 10 januari tot 31 december 2025.

Een van de ministeries die de grootste hoeveelheid geld zal ontvangen voor investeringen in 2025 is het Ministerie van Onderwijs, met een totaal van 70 biljoen pesos (ongeveer 15,27 miljard euro). Het wordt gevolgd door het Ministerie van Gezondheid, met een toewijzing van 65 biljoen pesos (ongeveer 14,18 miljard euro). De nationale overheid zal op haar beurt 47 biljoen pesos (ongeveer 10,25 miljard euro) toewijzen aan het ministerie van Arbeid, terwijl de schatkist 30 miljard pesos (ongeveer 6,5 miljard euro) zal ontvangen.

Aan de andere kant zijn de ministeries met de laagste toewijzingen het Ministerie van Binnenlandse Zaken, met iets meer dan een biljoen pesos, en het Ministerie van Huisvesting, dat 5 biljoen pesos zal ontvangen. De Nationale Eenheid voor Rampenrisicobeheer zal 724 miljard pesos ontvangen, terwijl het Administratief Departement van het Presidentieel Bureau (DAPRE) dit cijfer zal overtreffen met een toewijzing van 764 miljard pesos.