De Caño Limón-Coveñas-oliepijpleiding, een van de belangrijkste in Colombia, werd gisteren opgeblazen in een het departement Arauca, aan de grens met Venezuela. De autoriteiten hebben een noodplan opgesteld om de verspreiding van de brand, die door de aanslag is ontstaan, te voorkomen.

De aanslag die werd gepleegd in het dorp Miramar, dat deel uitmaakt van gemeente Saravena, veroorzaakte een grote brand en een gigantische wolk van zwarte rook, evenals een olielekkage die tot dusver geen enkele waterbron van de gemeenschap heeft getroffen.

Het incident is de eerste grote aanslag dit jaar op de 773 kilometer lange pijpleiding, die tot 210.000 vaten ruwe olie per dag kan vervoeren. Vorig jaar waren er 29 aanslagen waarvan sommige branden veroorzaakten en rivieren en beken vervuilden, aldus Cenit, een dochteronderneming van Ecopetrol, het grootste staatsoliebedrijf van het land.

“Deze illegale daden brengen mensenlevens in gevaar, vormen een schending van de mensenrechten, hebben ernstige gevolgen voor het milieu en voor de gemeenschappen en de olie-industrie,” aldus Cenit in een verklaring.

Het bedrijf gaf geen specifieke groep de schuld van de aanval, maar volgens het leger opereren in het gebied guerrilla’s van het Nationaal Bevrijdingsleger (ELN) en dissidenten van de gedemobiliseerde Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC), die een vredesakkoord uit 2016 met de regering verwierpen.