President Gustavo Petro heeft een decreet ondertekend dat de politie- en militaire operaties tegen het Nationale Bevrijdingsleger (ELN), de grootste overgebleven guerrillagroep van het land, voor de komende zes maanden opschort.

Het staakt-het-vuren werd vandaag ondertekend, maar zal technisch van kracht zijn van 3 augustus tot 29 januari, zoals overeengekomen door beide partijen tijdens bilaterale gesprekken in Cuba, dat optrad als bemiddelaar. Het decreet beveelt de onmiddellijke stopzetting van het gebruik van geweld tegen “ELN-leden die deelnemen aan de vredesbesprekingen” en kan worden verlengd op basis van evaluaties van beide partijen.

Het doel van het decreet is om “de humanitaire situatie van de Colombiaanse bevolking en gebieden” te verbeteren die al tientallen jaren in het kruisvuur liggen tussen verschillende gewapende groepen.

Petro ondertekende het document een dag nadat het centrale commando van het ELN een verklaring had uitgegeven waarin het “alle offensieve acties”, inclusief inlichtingenactiviteiten, met ingang van 6 juli stopzette.

De marxistische guerrillagroep zei echter dat haar strijders waakzaam zouden blijven “om te reageren op bedreigingen of aanvallen” van militaire cellen of gewapende groepen die actief zijn op het Colombiaanse platteland, wat twijfels opriep over de duurzaamheid van de wapenstilstand.

Het scepticisme nam deze week ook toe door de ontvoering van leger sergeant Ghislaine Karina Ramírez en haar twee kinderen in het onrustige oostelijke departement Arauca. Het Colombiaanse leger schreef de misdaad toe aan het ELN en zei dat de gewapende groep een “bipolaire houding” heeft.

Eerder dit jaar werden negen Colombiaanse militaire officieren gedood bij een guerrillabombardement. Het voorval deed twijfels rijzen over de vraag of het ambitieuze plan van Petro om “totale vrede” te bevorderen ooit zou kunnen worden verwezenlijkt in een land dat al meer dan een halve eeuw worstelt met endemisch geweld.