Colombiaanse marineambtenaren die onder water het lang gezonken galjoen San José onderzoeken, hebben twee andere historische scheepswrakken in de buurt ontdekt, zei president Ivan Duque maandag.
Het galjoen San José, waarvan historici denken dat het een schat aan boord had die miljarden dollars waard zou zijn, zonk in 1708 nabij de Caraïbische haven van Colombia, Cartagena. Over de mogelijke berging ervan is al tientallen jaren geprocedeerd.
Een op afstand bedienbaar onderwaterrobot bereikte een diepte van 900 meter, zeiden Duque en marineambtenaren in een videoverklaring, waardoor nieuwe video’s van het wrak mogelijk werden.
Het voertuig ontdekte ook twee andere wrakken in de buurt; een koloniale boot en een schoener. Eén wrak stamt net als de San José uit de tijd dat Colombia een kolonie van Spanje was, de ander uit de periode 1810-1819, toen Colombia voor zijn onafhankelijkheid vocht.
“We hebben nu twee andere ontdekkingen in hetzelfde gebied, die een archeologisch onderzoek te wachten staan,” zei marinecommandant Admiraal Gabriel Perez. “Dus het werk is nog maar net begonnen.”
De beelden geven het beste beeld van de schat die zich aan boord van de San José bevond – inclusief goudstaven en munten, kanonnen die in 1655 in Sevilla zijn gemaakt en een intact Chinees servies.
Archeologen van de marine en de regering zijn bezig om de oorsprong van de borden te bepalen op basis van inscripties, zeiden de ambtenaren. De waarde van de lading wordt vandaag de dag op 16 miljard euro geschat.
Het galjoen San José, met drie masten, 62 kanonnen en zo’n 600 man aan boord, was onderdeel van een Spaanse vloot die in 1708 samen met drie marineschepen en veertien koopvaardijschepen van Colombia op terugtocht waren naar Spanje. In Europa woedde oorlog en de Britten wilden voorkomen dat Spaanse schepen de oceaan overstaken om met goud en zilver de Spaanse oorlogsvoering te financieren. Het handelsschip volgeladen met goud, zilver en smaragden werd bij het schiereiland Barú bij Cartagena op 8 juni door de Britten tot zinken gebracht. Tijdens de confrontatie ontplofte de kruitkamer van de San José. Slechts 11 van de 600 bemanningsleden werden gered.
Het wrak van het galjoen, dat gezien de waarde van de lading ook de heilige graal van de scheepvaartarcheologie wordt genoemd, is vermoedelijk al in de jaren 80 gelokaliseerd door een Amerikaanse bergingsbedrijf. Dat leidde tot een juridische strijd met Colombia over het bedrag dat de Amerikanen voor de berging eisten. In 2015 vond de Colombiaanse marine de plek. De locatie werd een staatsgeheim.