De regering van Colombia overweegt extra belastingen te heffen op de import van ingevroren aardappelproducten uit Nederland, België en Duitsland. Het stelt dat België, Duitsland en Nederland aardappelproducten, zoals friet, tegen dumpprijzen exporteert.
De Colombiaanse regering overweegt de extra heffingen om de eigen boeren in het land te beschermen tegen de dumpprijzen van de EU-landen. De boeren krijgen volgens de Colombiaanse regering geen eerlijke kans om lokaal geteelde aardappels tegen een redelijke prijs te slijten aan de verwerkende industrie in eigen land.
De regering heeft uitgebreid onderzoek gedaan en is van mening dat de lage prijzen waarmee Europese friet de Colombiaanse markt hebben overspoeld negatieve gevolgen heeft voor de lokale aardappelsector. Volgens de Colombiaanse minister van landbouw zal zo’n 75 procent van de import van ingevroren aardappelproducten worden geraakt door de extra heffingen. Hoe hoog de heffing zal zijn is nog onduidelijk.
Colombia is niet het enige land die dezelfde problemen ervaart. Brazilië nam eerder vergelijkbare maatregelen en de vrees is dat Argentinië, een grote afzetmarkt, hierin zal volgen. De aardappelverwerkers in de EU zijn bang voor een domino-effect die deur naar Zuid-Amerika op het slot kan zetten en willen dan ook een duidelijk signaal afgeven.
Nederland, Duitsland en België gaan zich er vandaag in Brussel op een bijeenkomst van ministers van Handel hard voor maken dat de Europese Commissie een handelszaak start tegen Colombia. De krant de Gelderlander meldt dat een politieke bron zegt dat de landen “samen in de wedstrijd zitten” en niet helemaal duidelijk is of de Europese Commissie dan een sterke zaak zal hebben bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO), die hierin arbitreert.
Daarbij wordt ook gezegd of het de moeite waard is, aangezien de afzet van ingevroren aardappelproducten naar Colombia volgens een ingewijde ‘eerder 10 miljoen dan 100 miljoen euro‘ is. Er zijn geen officiële cijfers over bekend gemaakt.