Gepensioneerde Colombiaanse soldaten worden ervan verdacht deel te hebben uitgemaakt van het moordcommando dat de Haïtiaanse president Jovenel Moise heeft vermoord, terwijl onderzoekers proberen te achterhalen wie de opdracht heeft gegeven voor de moord.
Colombia ontving donderdag een officieel verzoek van de internationale politieorganisatie Interpol om informatie over de vermoedelijke daders van de moord, en beloofde mee te werken, zei minister van Defensie Diego Molano donderdag.
De Haïtiaanse politie zei dat 28 mensen de aanslag op de president hebben uitgevoerd, waaronder 26 Colombianen en twee Amerikaanse burgers van Haïtiaanse afkomst. De groep bestormde woensdag de ambtswoning van Moise en vermoorde de president.
Donderdag zei Leon Charles, hoofd van de Haïtiaanse politie, dat ze “de fysieke daders” van de misdaad hadden opgepakt, en “dat we nu jacht maken op de intellectuele daders”.
De nationale politie van Haïti zei dat ze 15 mannen hadden gearresteerd waaronder 13 Colombianen en de twee Haïtiaans-Amerikanen. Ze bevestigden ook dat ze vier Colombiaanse verdachten hadden gedood en vroegen om internationale steun voor het vinden van negen anderen.
De Colombiaanse troepen worden beschouwd als een van de sterkste ter wereld na meer dan vijf decennia te hebben gevochten tegen lokale guerrilla’s in jungles en bergen. Soldaten komen soms in de verleiding het leger te verlaten om meer geld te verdienen met werk als aannemer in het Midden-Oosten en elders.
In Haïti werd in februari een staatsgreep verijdeld. Hierbij werden 23 vermeende coupplegers gearresteerd, onder wie een hoge rechter en een politiefunctionaris. De coupplegers waren volgens de Haïtiaanse minister van Justitie van plan Moïse te vermoorden en de macht over te nemen.