President Iván Duque heeft maandag een mogelijke interventie in het energiebedrijf Empresas Públicas de Medellín (EPM) uitgesloten. Dit, nadat voormalige president Álvaro Uribe dit voorstel had geopperd via zijn twitteraccount.
“De nationale regering zou moeten nadenken over de interventie in EPM. De ratingbureaus zijn er duidelijk over: als de overheid het niet herstelt, zal het worden afgewaardeerd tot BB+, dan is het niet meer investeringswaardig en zal de situatie verder verslechteren. Beter een sterke beslissing dan later spijt”, liet Uribe op Twitter weten.
De tweet van de voormalige president zorgde voor veel commotie. Als reactie op de tweet zei de huidige president Iván Duqu, dat er geen sprake is van een tekortkoming om de dienst te verlenen en dat er geen financiële redenen zijn of een verklaring van het bedrijf over zijn onvermogen om te opereren.
“Er is geen aanleiding om het bedrijf te nationaliseren, noch is er aanleiding om in te grijpen; zonder reden ingrijpen zou in strijd zijn met wet 142 omdat er geen gebrek is aan het leveren van de dienst”, rechtvaardigde Duque.
Dat de overheid moet ingrijpen in EPM, dat eigendom van de stad Medellín, viel in het verkeerde keelgat van de burgemeester van Medellín, Daniel Quintero. “Ik had nooit gedacht dat ik een tweet van Uribe zou zien waarin hij vraagt om EPM te onteigenen om het aan de nationale regering te geven. Al was hij burgemeester van Medellín, EPM zal een publieke zaak blijven, van Medellín, van Antioquia en van alle Colombianen”, liet Quintero van zijn kant weten.
Het grootste energiebedrijf van Colombia heeft grote verliezen geleden in het stuwdamproject Hidroituango. Het grootste infrastructuurproject van Colombia zou oorspronkelijk in 2018 van start gaan, maar door een reeks bouwproblemen was EPM genoodzaakt het werkschema met drie jaar uit te stellen. Vorig jaar stapte het volledige bestuur van het bedrijf op en is er een lopend onderzoek van het Colombiaanse agentschap voor fiscale controle.