Het Internationaal Hof van Justitie: Colombia moet activiteiten in Nicaraguaanse maritieme zone staken

Het Internationaal Hof van Justitie in Den Haag heeft Nicaragua in het gelijk gesteld in een decennialang conflict met Colombia over zeegrenzen in de Caribische Zee.

Het Internationaal Hof van Justitie (ICJ) heeft bepaald dat Colombia “onmiddellijk moet stoppen” met patrouilleren, het controleren van visserijactiviteiten en maritiem onderzoek in delen van het westelijk Caribisch gebied voor de kust van Nicaragua.

De rechters van de VN-organisatie verklaarden donderdag dat de wateren binnen de exclusieve economische zone (EEZ) van Nicaragua vallen. Colombia schendt de soevereiniteit van Nicaragua door er te patrouilleren en door activiteiten van Nicaraguanen, zoals vissers en onderzoekers, te belemmeren. De uitspraak moet een einde maken aan een decennialang geschil tussen Nicaragua en Colombia over zeegrenzen.

De uitspraak komt er nadat het ICJ in 2012 had verklaard dat de zeegrenzen van Nicaragua een stuk betwist gebied in de Caraïbische Zee omvatten dat zich uitstrekt tot 200 zeemijl (370 km of 230 mijl) van de kustlijn van het land.

Na die uitspraak zei Colombia dat het de jurisdictie van het Hof over grensgeschillen niet langer zou erkennen. Een jaar later diende Nicaragua een nieuwe zaak in waarin het Colombia ervan beschuldigde precies dat te doen.

Nicaragua beweerde ook dat Colombia had gedreigd geweld te gebruiken om zijn aanspraken in de olie- en visrijke regio te onderbouwen.

Destijds vroegen de advocaten van Nicaragua het ICJ ook om te bepalen dat Colombia compensatie zou moeten betalen, onder meer voor “de dreiging met of het gebruik van geweld door de Colombiaanse marine tegen Nicaraguaanse vissersboten”.

Colombia ontkende de beschuldigingen en zei dat zijn aanwezigheid in de regio “te wijten was aan andere imperatieven”, waaronder de strijd tegen de drugshandel en internationale maritieme reddingsacties.

Colombia beschuldigde Nicaragua van inmenging in de visrechten van de inheemse bevolking, waarbij het verlies van visgronden als gevolg van de uitspraak van het ICJ in 2012 vooral de Raizal-bevolking trof, een Engels en Creools sprekende gemeenschap die voornamelijk afstamt van slaven die uit Afrika werden ontvoerd, aldus de Colombiaanse advocaten.

Nicaragua daagde Colombia in 2001 voor het eerst voor het ICJ vanwege het eeuwenlange geschil over de zeegrenzen.

Landen zijn verplicht de uitspraken van het ICJ uit te voeren, die definitief zijn en waartegen geen beroep kan worden aangetekend.

Bron :
Foto:rcnradio.com