Wetenschappers van de Universiteit van Antioquia meldden dat ze een nieuwe soort frailejón hebben gevonden in het noordwesten van Colombia.
De ontdekking van deze nieuwe soort van de frailejón, die essentieel is voor het behoud van de rivier- en beekstromen, vond plaats in de gemeente Sonsón in het departement Antioquia. Het is de enige bekende habitat voor deze nieuwe soort van de frailejón.
Bioloog Fernando Alzate van de Universiteit van Antioquia, die het onderzoek leidde, legde uit dat deze nieuwe frailejón een dikke stam heeft die 1,2 meter hoog is, vochtrijke en harige bladeren heeft, en geschikt is voor het vasthouden van water en het weerstaan van temperatuurschommelingen in de ecosystemen van het hooggebergte van de equatoriale zones.
“Speletia restricta” is de naam die de wetenschappers hebben gekozen voor de nieuwe plant en sluit zich aan bij de andere 50 frailejóns die al bestaan.
“De ontdekking van de “Speletia restricta” maakt de plant meteen een bedreigd soort vanwege de kleine populatie en de bedreiging door klimaatverandering en het toerisme”, zegt Alzate. Hij voegde eraan toe dat er tussen de 300 en 400 exemplaren van de nieuwe soort zijn, verspreid over een halve hectare berg.
De frailejón groeit slechts op meer dan 3.000 meter boven de zeespiegel in een aantal natuurgebieden (páramos) van Colombia, Venezuela, Peru en Ecuador en in Costa Rica. Colombia concentreert bijna 60 procent van deze páramos ecosystemen, volgens het Alexander von Humboldt Biological Research Institute.
Deze oude planten houden op natuurlijke wijze water vast uit de wolken en uit mist, waardoor ze van vitaal belang zijn voor het in stand houden van rivier- en beekstromen, zo blijkt uit studies van de Nationale Universiteit van Colombia.
Ze zijn “misschien wel de meest representatieve planten van de Colombiaanse páramos, en spelen een fundamentele rol bij het in stand houden ervan” door het reguleren van de watercirculatie in deze vochtige ecosystemen, zegt Von Humboldt.
Volgens Alzate was de ontdekking mogelijk dankzij de toegang tot gebieden die eerder door de oorlog werden geteisterd, waardoor het in 2016 ondertekende vredesakkoord met de ontbonden guerrillagroepering van de FARC, nu een politieke partij, mogelijk werd.