Colombiaanse ambtenaren hebben 27 miljoen dollar aan steekpenningen ontvangen van het Braziliaanse bouwconcern Odebrecht. Dit is meer dan het dubbele dan voorheen gedacht werd en werd gegeven omdat het bedrijf als enige een wegenbouwcontract wilde binnenslepen, zei procureur-generaal, Nestor Humberto Martinez, aan de pers.
Als gevolg van een grootschalig corruptieschandaal blijft de zaak omtrent de Braziliaanse bouwgigant een lang draadje door steeds nieuwere schandalen. Martinez zei dat het omkoopgeld betaald werd om een 528 km lange snelweg te kunnen bouwen, veel meer dan de 11 miljoen dollar die oorspronkelijk werd geschat.
De procureur-generaal zei dat de criminele aanklachten voor het witwassen van geld ingediend wordt tegen twee Braziliaanse burgers, een Portugese en drie Colombiaanse burgers. Hij zal ook het Hooggerechtshof van Justitie vragen om vijf congreswetsgevers te onderzoeken.
Zeven mensen, waaronder een voormalig senator en een ex-minister van transport, zijn gevangen genomen voor betrokkenheid bij het corruptieschandaal.
De omkopingen van Odebrecht zijn in Colombia zelfs doorgedrongen in verkiezingscampagnes van president Juan Manuel Santos, die in maart erkende dat zijn verkiezingscampagne in 2010 illegale betalingen heeft ontvangen. Hij zei dat hij op het moment van de betalingen geen kennis had. De persoon die de steekpenningen had aangenomen heeft toegegeven alleen te hebben gehandeld zonder dat de president er van af wist.
Odebrecht betaalde tussen 2002 en 2016 honderden miljoenen dollars aan steekpenningen voor infrastructuurprojecten in 12 landen, waaronder Brazilië, Argentinië, Colombia, Mexico en Venezuela.