De voormalige Colombiaanse president Belisario Betancur, die moedige pogingen deed om een vredesakkoord te bereiken met linkse rebellen in de jaren tachtig, stierf op vrijdag. Hij was 95 jaar oud.
De vroegere Colombiaanse president Belisario Betancur (1982-1986) is vrijdag op 95-jarige leeftijd overleden. De woordvoerder van het ziekenhuis Fondation Santa Fe de Bogota, het ziekenhuis waarin Betancur wegens nierproblemen was opgenomen, heeft dit medegedeeld.
De conservatieve Betancur was een ongebruikelijke figuur in de Colombiaanse politiek. Hij kwam uit een arbeidersfamilie in de bergen van Antioquia en niet uit de Bogotá-elite. Tijdens de periode van de dictatuur in de jaren vijftig werd hij herhaaldelijk gevangengezet op grond van politieke beschuldigingen. In 1982, na twee mislukte pogingen om Casa de Nariño (presidentieel huis) te bereiken, werd Betancur tot president gekozen.
In zijn functie introduceerde hij programma’s voor goedkope huisvesting en onderwijs, een succesvolle alfabetiseringscampagne en andere hervormingen. Hij promootte onophoudelijk vredesinitiatieven, zowel in eigen land als in het buitenland. Hij was dan ook de eerste Colombiaanse president die een dialoog opstartte met de linkse rebellenbewegingen in het land.
Tijdens zijn vredesinitiatieven was er tegelijkertijd een toename van geweld door drugskartels en guerrilla’s. De rebellen van M-19 namen in november 1985 het Paleis van Justitie in beslag. Hierbij vielen bijna honderd doden en raakten elf mensen vermist. In dezelfde maand werd de stad Armero getroffen door modderstromen van de vulkaan Nevado del Ruiz, waarbij ongeveer 21.000 mensen om het leven kwamen.