De Verenigde Staten loven een beloning uit tot tien miljoen dollar voor informatie die leidt tot de arrestatie of veroordeling van twee voormalige leiders van de Colombiaanse guerrillabeweging FARC.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken van het land zei dat het 10 miljoen dollar (bijna negen miljoen euro) zou bieden voor informatie die leidt tot de arrestatie en veroordeling van Seuxis Hernández Solarte en Luciano Marín Arango, die bekend zijn onder de schuilnamen Jesús Santrich en  Iván Márquez.

Iván Márquez was samen met Jesús Santrich lid van het onderhandelingsteam dat met de Colombiaanse regering een vredesovereenkomst bereikte. De overeenkomst maakte een einde aan een halve eeuw durende conflict tussen de rebellengroepering en de Colombiaanse regering. Jesús Santrich en Iván Márquez steunden in eerste instantie het akkoord dat in 2016 werd ondertekend door de Colombiaanse regering en de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC), maar de twee voormalige leiders keerden later de rug toe naar het vredesakkoord uit ontevredenheid over het handelen van de Colombiaanse regering.

De FARC kreeg in het Colombiaanse congres tien zetels toegekend die waren vastgesteld in het vredesakkoord. In juli 2018 zei Marquez dat hij niet meer zitting wilde nemen in de senaat uit protest tegen de arrestatie van Jesus Santrich. Santrich is door de VS beschuldigd van betrokkenheid bij drugshandel en is gevlucht omdat hij niet wilde opdagen voor een zitting van het hooggerechtshof. Marquez zelf verdween in dat zelfde jaar van de radar, nadat zijn neef werd gearresteerd en aan de VS werd uitgeleverd.

In augustus 2019 kondigden beide mannen via een videoboodschap aan de wapens weer op te pakken en spraken over het begin van een nieuwe fase in de gewapende strijd.

De regering van president Ivan Duque, de Verenigde Naties en de politieke partij FARC veroordeelden de verklaring van de beide mannen. De voormalige leider van de FARC-strijders en leider van de politieke partij FARC, Rodrigo Londoño, wees het initiatief af. ‘De grote meerderheid houdt zich aan de afspraken. Ondanks alle moeilijkheden staan wij aan de zijde van de vrede’ zei hij in een verklaring.

De moeilijkheden die Londoño citeerde bestaan vandaag de dag nog steeds. De invoering van het vredesakkoord wordt belemmerd door de moord op honderden voormalige guerrillastrijders en mensenrechtenactivisten en door vertragingen in de financiering van economische programma’s voor voormalige FARC-strijders. Volgens de politieke partij FARC en mensenrechtenorganisaties besteed president Ivan Duque onvoldoende aandacht aan de bescherming van de voormalige FARC-strijders te midden van hun re-integratieproces. President Ivan Duque, geen voorstander van het vredesakkoord, probeerde dit jaar nog, zonder succes, een aanpassing van het akkoord door het senaat te drukken.